Hoofdstuk 5.1 Licht, schaduw en spiegels K4 les 1

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

H5: Licht

Benodigheden

- laptop

- Binas

- Rekenmachine 

Tassen op de grond

Telefoons in de kluis

Welkom kader 3!

Ga zitten en start met:

Ga verder met de examensite opdrachten. 

Jas over je stoel

Practicum

Welkom Kader-3 

Start met opdracht 2, 4, 6 en 8 van 2,3 Temperatuur

Je hebt straks je laptop nodig                     START IN:

Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.

We gaan starten!

                                                                                               Wachttijd:

H5: Licht

Introductie

• § 5.1 Licht, schaduw en spiegels
• § 5.2 Van infrarood tot ultraviolet
• § 5.3 Beelden maken met een lens
• § 5.4 Oog en bril

Lesprogramma

1. Introductie H5
2. Voorkennis
3. Leerdoelen
4. Instructie (uitleg)
5. Afsluiting 
6. Huiswerk
7. Nabespreking

Maak de introductie opgaven van H5 Licht

Voorkennis

• Introductie film nova
• Voorkennis opdrachten 1 t/m 7

Leerdoelen 5.1 Licht, schaduw en spiegels

Je kunt beschrijven hoe licht en andere vormen van straling zich verspreiden.
Je kunt uitleggen wat er kan gebeuren als licht op een voorwerp valt.
Je kunt het verschil toelichten tussen spiegelende en diffuse terugkaatsing.
Je kunt de schaduw tekenen van een voorwerp dat door een lichtbron wordt verlicht.
Je kunt uitleggen hoe lichtstralen door een vlakke spiegel worden teruggekaatst.
Je kunt het spiegelbeeld tekenen van een voorwerp dat voor een spiegel staat.
Je kunt tekenen hoe een lichtbundel door een spiegel wordt teruggekaatst.

Lichtstralen

• Lichtbron:
•     Een lichtbron is alles wat licht uitstraalt.
• Lichtstralen:
•     Rechte lijn die aangeeft welke weg het licht volgt.
• Lichtbundel:
•     Enorm veel lichtstralen samen.

Lichtstralen

Licht is de bekendste vorm van straling, omdat je licht

direct met je ogen kunt waarnemen.

Andere vormen van straling:

• de microgolven waarmee een magnetron een glas melk opwarmt;
  
• de infrarode straling (warmte) die een radiator van de cv uitstraalt;
  
• de ultraviolette straling van de zon die je huid kleurt;
  
• de röntgenstraling van een röntgenapparaat bij de tandarts.

Absorberen, doorlaten en terugkaatsen

Als licht op een voorwerp terechtkomt, kunnen er drie dingen gebeuren:

1. Het voorwerp kan het licht absorberen.
2. Het voorwerp kan het licht doorlaten.
3. Het voorwerp kan het licht terugkaatsen.

 

Terugkaatsen

Het voorwerp kan het licht terugkaatsen.

 Dat kan op twee manieren.

1. Spiegelende terugkaatsing.
2. Diffuse terugkaatsing.

Spiegelende terugkaatsing.

1. Spiegelende terugkaatsing:

Bij spiegelende terugkaatsing zoals in 

figuur 2a blijven de lichtstralen net zo 

geordend als in de oorspronkelijke lichtbundel.

Spiegelende weerkaatsing

Diffuse terugkaatsing.

2. Diffuse terugkaatsing.

Bij diffuse terugkaatsing zoals in 

figuur 2b bewegen ze ongeordend 

alle kanten op.

Diffuse terugkaatsing.

Absorberen, doorlaten en terugkaatsen

Meestal doet een voorwerp twee of zelfs drie van deze dingen tegelijk.

Een vel zwart papier absorbeert een groot 

deel van het licht, maar weerkaatst ook een 

klein gedeelte. 

Vensterglas laat het meeste licht door, maar

absorbeert en weerkaatst ook licht.

Daardoor kun je niet alleen door een ruit heen

kijken, maar de ruit ook als spiegel gebruiken (figuur 3).

Schaduw

In figuur 4 is getekend hoe schaduw ontstaat.

Het licht kan niet door tafelblad heen:

1. Het wordt voor een deel geabsorbeerd 

2. Het wordt voor deel weerkaatst. 

      Hierdoor is er een gebied onder de tafel 

      waar geen licht komt. Dat gebied noem je            de schaduw van de tafel.

 

Schaduw

Je kunt er als volgt achter komen hoe de schaduw van een voorwerp eruitziet:

• Teken de randstralen. Dat zijn de lichtstralen die net niet door het voorwerp worden tegengehouden.

• Arceer het gebied tussen deze randstralen. Dit is de schaduw van het voorwerp.

 

Spiegels

In figuur 5 zie je hoe een vlakke spiegel een lichtstraal weerkaatst.

Op de plaats waar de lichtstraal de spiegel raakt, is de normaal getekend.

Dat is een lijn die loodrecht op de spiegel staat.

Verder zijn de hoek van inval (<i) en 

de hoek van terugkaatsing (<t) aangegeven. 

Je ziet dat de hoek van inval even groot is als de hoek van terugkaatsing.

Spiegelwet.

In een formule:

hoek van inval = hoek van terugkaatsing

In symbolen schrijf je de formule als volgt:

<i =<t

In deze formule is:

<i de hoek van inval in graden (°);

<t de hoek van terugkaatsing in graden (°).

Deze regel noem je de spiegelwet.

Spiegelbeelden

Spiegelbeeld:

Beeld dat je ziet als je in een spiegel kijkt.

Spiegelbeelden

Een spiegelbeeld is een virtueel beeld.

Virtueel beeld

Beeld waarbij er niets is op de plaats waar 

het beeld lijkt te zijn.

Samenvatting

Aan de slag!

Maak opdracht: van paragraaf 5.1 Licht, schaduw en spiegels

1 t/m 4 en 9 t/m 12

Je mag samenwerken!

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Waar wil je nog extra uitleg over?

Afsluiting: we weten.................

Je kunt beschrijven hoe licht en andere vormen van straling zich verspreiden.

Je kunt uitleggen wat er kan gebeuren als licht op een voorwerp valt.

Je kunt het verschil toelichten tussen spiegelende en diffuse terugkaatsing.

Je kunt de schaduw tekenen van een voorwerp dat door een lichtbron wordt verlicht.

Je kunt uitleggen hoe lichtstralen door een vlakke spiegel worden teruggekaatst.

Je kunt het spiegelbeeld tekenen van een voorwerp dat voor een spiegel staat.

Je kunt tekenen hoe een lichtbundel door een spiegel wordt teruggekaatst.

Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan

😒🙁😐🙂😃

Ik begrijp de leerdoelen van deze les?

😒🙁😐🙂😃

De les was leuk?

😒🙁😐🙂😃

Afsluiting

Volgende les:

Huiswerk:

• Zet in je planner!!
• Maak opdrachten op de examensite

Dank voor jullie aandacht!

Ik snap de leerdoelen:

1. Ja
2. Nee
3. Een beetje....

0