Lees/vertaal de titel, bekijk plaatjes -> waar gaat de tekst over?
Lees de vraag (+ antwoordmogelijkheden)
Lees de bijbehorende tekst (maar sla niets over!)
Markeer de zin / deel van de zin waar het antwoord staat
Checken, vertalen, antwoord geven
Slide 5 - Tekstslide
Hoe maak ik...
...een multiple-choice-vraag?
Zorg dat je weet wat de vraag betekent!
Onderstreep de kernwoorden in de vraag
Vertaal de antwoordmogelijkheden
Onderstreep de kernwoorden in het antwoord
TIP woorden opgezocht? Schrijf ze erbij! Scheelt opzoeken wanneer het woord nog eens voorkomt.
Slide 6 - Tekstslide
Hoe maak ik...
...een woord-invul-vraag?
vertaal elk woord waar je uit kan kiezen
lees een stukje vóór en een stukje ná de invul-zin
vertaal de zin
probeer elk woord uit -> wat is logisch?
woord-weetje!
Open stukje = Lücke
Slide 7 - Tekstslide
Hoe maak ik...
...een wel/niet-vraag?
onderstreep de kernwoorden
lees de bijbehorende alinea
markeer de zin waar het antwoord staat
vertaal die zin
checken, vertalen, antwoord geven
TIP als het niet overeenkomt met de tekst, betekent dat niet dat je het niet in de tekst kan vinden! Soms staat er het tegenovergestelde, of een klein verschil.
Slide 8 - Tekstslide
Hoe maak ik...
...een open vraag?
lees de vraag, onderstreep de kernwoorden
lees de bijbehorende alinea
markeer de zin waar het antwoord staat
vertaal die zin
checken, vertalen, antwoord geven
geef antwoord in het Nederlands
formuleer duidelijk, alsof je aan een jonger kind uitlegt
Slide 9 - Tekstslide
Hoe maak ik...
...een tussenkopjes-vraag?
vertaal de tussenkopjes
onderstreep kernwoorden
onderstreep in elk tekstdeel woord(en)/zin(nen) die overeenkomen met een tussenkopje