Je gebruikt wat:
- na onbepaalde voornaamwoorden als iets, niets, alles of enige.
Alles wat je hier ziet, is zelfgemaakt.
Dat wat je niet hebt, is altijd het aantrekkelijkst.
- als verwijzing naar een zin die ervoor staat.
Hanna wil graag alleen naar Parijs, wat haar moeder geen goed idee vindt.
- als het woord waar het betrekking op heeft er niet staat. Wat betekent dan ‘dat wat’.
Wat Rowan vertelt, is helemaal niet waar.