Periode 2 les 1 interest

Startopdracht les
  1. Zet je tas op de grond en jas uit.
  2. Pak je werkboek, schrift , rekenmachine en pen.
  3. De rest van tafel.
  4. Wacht rustig tot dat we starten.
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht les
  1. Zet je tas op de grond en jas uit.
  2. Pak je werkboek, schrift , rekenmachine en pen.
  3. De rest van tafel.
  4. Wacht rustig tot dat we starten.

Slide 1 - Tekstslide

Bedrijfseconomie
Bedrijfseconomie

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Terugblik toetsweek bespreking
  2. Uitleg -  enkel- en samengestelde interest
  3. Aan de slag met  'grote opgaves'.
  4. afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Vorige les Lesdoelen
  1. Aan het eind van de les kan je;
  2.  .. uitleggen wat een lineaire hypotheek is
  3.  .. de aflossing , rentebedrag en restschuld berekenen & bruto maandlasten = totale bedrag)
  4.  uitleggen wat een annuïtaire hypotheek is
  5.  .. de aflossing , rentebedrag en restschuld berekenen & bruto maandlasten = totale bedrag)





Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan je;
  1. .... het verschil uitleggen tussen enkelvoudige en samengestelde interest
  2. .. het interestbedrag met de enkelvoudige interest uitrekenen
  3. .. het berekenen van de eindwaarde van één bedrag






Slide 5 - Tekstslide

Sparen en beleggen

Slide 6 - Tekstslide

Eerst de basis
Wat is rente nu precies?
Wat is sparen? En waarom sparen?

Slide 7 - Tekstslide

Sparen en beleggen

Slide 8 - Tekstslide

Sparen en beleggen

Slide 9 - Tekstslide

Redenen om te sparen
Wanneer je spaart doe je dat met een reden. De redenen tot sparen noemt men Spaarmotieven.


De spaarmotieven zijn:
  • Zekerheidsmotief (= sparen uit voorzorg)
  • Doelmotief (= sparen voor een doel)
  • Vermogensmotief (= sparen voor de rente)

Slide 10 - Tekstslide

Redenen om te sparen -
Rente (interest)
Vaste rente
Je krijgt een vast rentepercentage
 over je spaarsaldo, gedurende
een vaste periode.

Variabele rente
De rente die je krijgt op je spaarrekening hangt af van de actuele marktrente



Slide 11 - Tekstslide

Redenen om te sparen - 
Enkelvoudige rente
Je krijgt een percentage rente over je beginkapitaal.
Het rentebedrag wordt niet opgeteld bij je beginkapitaal en wordt dus ook niet meegenomen in het berekenen van je rente in volgende jaren.
(de rente komt op een andere spaarrekening)



Slide 12 - Tekstslide

Redenen om te sparen - 
Enkelvoudige rente 
Voorbeeld:
Je stort €1.000,- op een spaarrekening waar welk je jaar 5% rente op krijgt
  1. Bereken de rente die je ontvangt in jaar 1
  2. Bereken de rente die je ontvangt in jaar 2
  3. Bereken de eindwaarde van je rekening na jaar 2

Slide 13 - Tekstslide

Redenen om te sparen - 
Enkelvoudige rente
Antwoorden:
  1. 𝐸𝑅= €1.000/(100%) ∗5%=€50
  2. 𝐸𝑅= €1.000/(100%) ∗5%=€50
  3. EW = BW + r1 + r2  EW = €1.000 + €50 + €50 = €1.100






Slide 14 - Tekstslide

Redenen om te sparen - 
Samengestelde rente
Samengestelde rente
Wordt ook wel rente op rente genoemd.
De rente wordt opgeteld bij het beginkapitaal. Over het totaal van het beginkapitaal + alle gestorte rentes krijg je weer nieuwe rente.

Progressief verloop

Slide 15 - Tekstslide

Redenen om te sparen - 
Samengestelde rente 

Slide 16 - Tekstslide

Redenen om te sparen - 
Samengestelde rente 

Slide 17 - Tekstslide

Redenen om te sparen - 
Samengestelde rente 

Slide 18 - Tekstslide

Redenen om te sparen - 
Samengestelde rente 

Slide 19 - Tekstslide

Redenen om te sparen - 
Samengestelde rente 

Slide 20 - Tekstslide

Redenen om te sparen - 
Samengestelde rente 

Slide 21 - Tekstslide

Redenen om te sparen - 
Samengestelde rente 

Slide 22 - Tekstslide

Redenen om te sparen - 
Samengestelde rente 

Slide 23 - Tekstslide

Redenen om te sparen - 
Samengestelde rente  vraag

Slide 24 - Tekstslide

Redenen om te sparen - 
Samengestelde rente  vraag

Slide 25 - Tekstslide

Redenen om te sparen - manier van sparen

Slide 26 - Tekstslide

Anna stort € 15.000 op een spaardeposito met een looptijd van 10 jaar. De rente is 1,2% enkelvoudig.

Bereken hoeveel rente Anna in totaal ontvangt gedurende de looptijd van het deposito.

Slide 27 - Open vraag

Boaz stort € 200 op zijn spaarrekening op 1 april. Hij ontvangt een rente van 4% enkelvoudig per jaar.

Bereken hoeveel rente Boaz ontvangt op 31 december.

Slide 28 - Open vraag

Welke antwoord past niet bij samengestelde rente?
A
elk jaar een ander rentebedrag
B
elk jaar een ander rente percentage
C
je krijgt rente over rente
D
het rentebedrag wordt elk jaar groter

Slide 29 - Quizvraag

€ 3 000 aan 0,9 % rente. samengestelde rente, 19 jaar. Wat is de groeifactor

Slide 30 - Open vraag

€ 6 000 aan 0,65 % rente. samengestelde rente per maand , 4 jaar. Wat is de groeifactor ^t ?

Slide 31 - Open vraag

€ 6 000 aan 0,65 % rente. samengestelde rente per maand , 4 jaar. Hoeveel staat er na 4 jaar op de rekening?

Slide 32 - Open vraag

Linda heeft € 300 op een spaarrekening met een samengestelde rente van 1,8 %. Hoeveel rente heeft ze na 3 jaar?

Slide 33 - Open vraag

€250,- op spaarrekening. 1,3% samengestelde rente per maand. Hoeveel staat op de rekening na 44 maanden ?

Slide 34 - Open vraag

Linda heeft € 300 op een spaarrekening met een samengestelde rente van 1,8 %. Hoeveel rente heeft ze na 3 jaar?

Slide 35 - Open vraag

€250,- op spaarrekening. 3% samengestelde rente. Hoeveel staat op de rekening na 2 jaar?

Slide 36 - Open vraag

Spaartegoed = € 20.000
Rentepercentage = 3,5 % (eerste 4 jaar)
Rentepercentage = 4,12% (overige jaren)
Bereken het spaartegoed na 12 jaar op basis van samengestelde rente.

Slide 37 - Open vraag

rustmoment
timer
5:00

Slide 38 - Tekstslide

Maakwerk
timer
30:00
Wat ga je doen
Grote opgave “Eindwaarde van 1 bedrag”

blz 84
Hoe ga je dit maken?
zelfstandig

Vragen? Lees bladzijde 18/19
Dan eerst je buur en als 2e de uitlegtafel.
Ben je klaar? 
controle  vooraan 
daarna Grote opgave “DFG- bank”
LET OP! 
Het stoplicht.

Slide 39 - Tekstslide

Eind waarde van een bedrag

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Huiswerk
grote opgaves van vandaag
- DFG bank

Slide 42 - Tekstslide

Eindopdracht les
  1. Pak je spullen in.
  2. Blijf zitten
  3. Wacht rustig tot de bel.
  4. Schuif je stoel aan de bel gaat.

Slide 43 - Tekstslide