- Ik weet wat ik moet doen om een nieuwstekst globaal
te lezen. (R)
- Ik kan de onderdelen die je nodig hebt voor globaal
lezen vinden in een tekst. (T1)
- Ik kan door globaal te lezen vragen over een tekst beantwoorden en bedenken bij welke rubriek een onderwerp hoort. (T2)
- Ik kan na globaal lezen uitleggen welke delen van een tekst ik preciezer moet lezen en waarom. (I)