M7L1 Poëzie

Poëzie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Poëzie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Welke vormen van rijm zaten er in dit filmpje?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

Wat valt er op?
Hoe heet dit rijm?

Slide 5 - Woordweb

door dik en ... steunen

Slide 6 - Open vraag

zonder blikken of ....

Slide 7 - Open vraag

Bedenk nu zelf een leuke alliteratie van minstens drie woorden.

Slide 8 - Open vraag

assonantie  
De oude gouden auto. 

Slide 9 - Tekstslide


 

De wijze, kleine, geinige meid

Slide 10 - Tekstslide


de tuin ruikt kruidig =

A
alliteratie
B
assonantie

Slide 11 - Quizvraag

"Zondag zeker zwaar zeilen"

Dit is:
A
assonantie
B
alliteratie

Slide 12 - Quizvraag

Schrijf een assonantie met 'aa' met minstens drie woorden.

Slide 13 - Open vraag

RIJM
-aan het begin : alliteratie (medeklinker)
-in het midden : assonantie (klinker)
-op het einde (van woorden of versregels): eindrijm

Slide 14 - Tekstslide

BEELDSPRAAK

Slide 15 - Tekstslide

vergelijking

Slide 16 - Tekstslide

Een waarheid als een...
Beven als een...
Afgaan als een...
Zo lek als een...
koe
riet
zeef
gieter

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Link

Wat is Frankrijk voor de vader en het zoontje?

Slide 19 - Open vraag

metafoor

We plaatsen beeld (= olifant) en object (= rots) naast elkaar.

Zoals in een vergelijking, maar we laten "als" vallen.

Nu kun je bijvoorbeeld zeggen:


"Laten we die olifant eens beklimmen!" -> De rots, die we beklimmen,  is zo groot als een olifant. 

"Frankrijk is ons huis."-> Frankrijk lijkt op ons huis. 



Slide 20 - Tekstslide

Maak nu zelf een metafoor:

Central Park is de _ _ van New York.

Slide 21 - Open vraag

personificatie
De bomen fluisteren.
De wind fluit langs mijn oren.
De computer loopt vast.

>> je geeft een levende eigenschap aan een levenloos voorwerp

Slide 22 - Tekstslide

Welke personificatie zat er in het filmpje? 

Slide 23 - Tekstslide