6.4.2.1 Het Romeinse meergodendom
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Hoe werden de goden bekend in het Romeinse rijk?
Slide 3 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke 3 belangrijke goden worden benoemd in het filmpje?
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Het volk van het Romeinse rijk mocht alleen de Romeinse goden vereren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wie was de broer van Jupiter?
A
Venus
B
Remus en Romolus
C
Neptunus
D
Mars
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie was de god van de liefde?
A
Venus
B
Jupiter
C
Mars
D
Neptunus
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De god van de oorlog, wie was dat?
A
Jupiter
B
Mars
C
Venus
D
Hadden ze niet
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie was de baas van alle goden?
A
Mars
B
Venus
C
Neptunus
D
Jupiter
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke 4 goden ken je nu?
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
De romeinen hadden niet alleen hun eigen goden. Als ze een volk hadden veroverd bouwden ze vaak een tempel voor de goden van dat volk in Rome.
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
De romeinse keizers wilden dat alle mensen hen als god vereerden. Iedereen die dat deed, was welkom in hun rijk. De christenen vereerden de keizer niet als god. Er waren keizers die daarom de christenen vervolgden.
De Christenen geloofden dat er maar één god was en dat Jezus Christus zijn boodschapper was. Een mens kon nooit een god zijn, als was het de keizer van Rome. De christenen kwamen uit het oosten van het Romeinse Rijk. Maar er woonden ook vee christenen in Rome. Dat was immers de belangrijkste stad in die tijd. Daar gingen veel mensen wonen omdat er altijd werk was.
Slide 19 - Tekstslide
De Romeinen vonden de christenen maar raar. ze vereerden hun keizer niet als god. Dus waren ze vast ook niet gehoorzaam. Misschien wilden ze de keizer wel aanvallen! Daarom werden ze gevangengezet. In het Colosseum moesten ze vechten met gladiatoren en wilde dieren. Er waren maar weinig christenen die dat overleefden.
Slide 20 - Tekstslide
De christenen hadden het moeilijk in Rome. Hun eigen god mochten ze niet vereren. Steeds meer christenen gingen zich verstoppen. Ze vereerden hun god in grotten onder de grond van Rome. Daar waar ook de doden werden begraven. Die grotten heten catacomben en zijn eigenlijk begraafplaatsen.
De christenen maakten indruk op de andere Romeinen. Hoe moeilijk het ook was, de christenen bleven in hun god geloven. Van hun god moesten ze goede dingen doen. Arme mensen helpen en zieken verzorgen. Ze mochten iet vechten en moesten altijd eerlijk zijn. Ook steeds meer Romeinen vonden dat belangrijk. Steeds meer Romeinen werden dan ook christen.
Slide 21 - Tekstslide
De christenen hadden het moeilijk in het Romeinse Rijk. Totdat er een keizer kwam die het voor de christenen opnam: keizer Constantijn.
Constantijn moest vaak oorlog voeren. Op een nacht voor een veldslag droormde hij. Hij zag het tegen van een kruis. Hij hoorde een stem die zei: met dit teken zul je overwinnen. de volgende dag begon de veldslag. Alle soldaten van Constantijn droegen op hun schild een kruis. En Constantijn won! Vanaf dat moment was Constantijn ook een christen.
Keizer Constantijn zorgde ervoor dat de christenen niet meer werden vervolgd. Langzaam kwamen er steeds meer christenen. Constantijn bouwde veel kerken voor de christenen. En jaren later werd in de senaat zelfs besloten dat het christendom de nieuwe en enige godsdienst was van het Romeinse rijk.
De tempels voor de Romeinse goden hadden geen nut meer. Veel tempels werden afgebroken. Van sommige tempels werden kerken voor de christenen gemaakt. Dat was heel makkelijk: tussen de Romeinse zuilen bouwde ze mensen muren. Klaar was de Kerk! Waar vroeder werd geofferd aan Jupiter of Venus, werden nu christelijke teksten voorgelezen.
Hoe kwam het dat er steeds meer goden kwamen?
Slide 22 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie verklaarde Julius Caesar als god na zijn dood?
A
Keizer Augustus
B
Hij was geen god
C
Romolus en Remes
D
Jupiter
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar stonden de tempels?
A
Op het Forum
B
Door heel Rome
C
Er was maar 1 tempel
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Dit is een
plaatje van
een...?
plaatje van
een...?
A
Senaat
B
Aquaduct
C
Tempel
D
Badhuis
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
