1.2/1.3

Herhaling 1.1/1.2/1.3
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 1.1/1.2/1.3

Slide 1 - Tekstslide

transformator

Slide 2 - Tekstslide

Formule:

Formule voor een transformator




Dit kun je ermee:

De spanning of het aantal windingen uitrekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Vermogen berekenen
vermogen = spanning x stroomsterkte

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de juiste grootheid bij de juiste eenheid.
Volt (V)
Watt (W)
Ampere (A)
Vermogen 
Spanning
Stroomsterkte

Slide 5 - Sleepvraag

Een stofzuiger is aangesloten op een spanning van 230V er loopt een stroomsterkte van 5A bereken het vermogen? Laat de berekening zien.

Slide 6 - Open vraag

Uitwerking 
P = U x I 
230V x 5A = 1150W 

Slide 7 - Tekstslide

Een oven van 1200 W is aangesloten op 230 V. Bereken de stroomsterkte.
Schrijf je hele berekening op ( formule, berekening en eenheid.)

Slide 8 - Open vraag

Energieverbruik
1
2

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel elektrische energie (kWh)
gebruikt een lamp (100 W) als deze 12 uur brandt?
Noteer de volledige berekening.

Slide 10 - Open vraag

Je schrijft op je chromebook van 50W een verslag. Je verbruikt dan 0,1 kWh elektrische energie.
Bereken hoe lang de chromebook aan stond.

Slide 11 - Open vraag

Huisinstallatie

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Huisinstallatie
Een huisinstallatie is altijd verdeeld over meerdere groepen

Slide 14 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Het totale vermogen
De apparaten die op een groep zijn aangesloten staan niet allemaal gelijk aan.
  • Je kunt het totale vermogen berekenen door alle vermogens bij elkaar op te tellen.

Slide 15 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Het totale vermogen
De apparaten die op een groep zijn aangesloten staan niet allemaal gelijk aan.
  • Je kunt het totale vermogen berekenen door alle vermogens bij elkaar op te tellen.
  • Je kunt het totale vermogen ook berekenen door:

Slide 16 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
De huisinstallatie
Elke groep (vertakking) heeft een groepsschakelaar om veilig de spanning uit te zetten.
  • Hoe groter het vermogen, des te groter is de stroomsterkte. 
  • Als je de stroomsterkte van alle takken bij elkaar optelt krijg je de totale stroomsterkte.

Slide 17 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Overbelasting
De totale stroomsterkte in een groep mag niet groter worden dan 16 A.
  • Stroomsterkte groter dan 16 A, koperdraad wordt heet

Slide 18 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Overbelasting
De totale stroomsterkte in een groep mag niet groter worden dan 16 A.
  • Stroomsterkte groter dan 16 A, koperdraad wordt heet
  • Er ontstaat brandgevaar.
  • Ontstaat al er teveel apparaten op dezelfde groep zijn aangesloten.

Slide 19 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Kortsluiting
De fase en nuldraad komen tegen elkaar! 
Elektriciteitsdraden worden gemaakt van dik, goedgeleidend koperdraad.
  • De weerstand van de draad is erg klein, de stroom kan er gemakkelijk door de draad heen.


Slide 20 - Tekstslide

huiswerk 
m par 1.3 
opdrachten 1a, c, d en e, 2, 3, 5, 6, 7, 8 

Slide 21 - Tekstslide