In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Ondernemen!
Slide 1 - Tekstslide
Financieel jongerenwerker van Diverz
"Als financieel jongerenwerker probeer ik geldproblemen onder jongeren te voorkomen."
Voorlichting, bijvoorbeeld door het geven van geldlessen,
Geven van trainingen en cursussen, zoals een budgettraining,
Individuele coaching van jongeren met geldvragen en -problemen.
Slide 2 - Tekstslide
Welke vormen van ondernemen ken je?
Slide 3 - Woordweb
Ondernemingsvormen:
Eenmanszaak (zzp)
Vennootschap onder firma (vof)
Commanditaire vennootschap (cv)
Maatschap
Besloten vennootschap (bv)
Naamloze vennootschap (nv)
Vereniging
Coöperatie
Stichting
Slide 4 - Tekstslide
Stichting:
Een stichting is een organisatie die niet als doel heeft om winst te maken. In plaats daarvan probeert een stichting een maatschappelijk, sociaal of ideëel doel te halen.
Een stichting heeft een bestuur en is een apart rechtspersoon.
Het geld van een stichting komt binnen via donaties, leningen, subsidies en erfenissen. Een stichting heeft geen aandeelhouders.
Slide 5 - Tekstslide
Vereniging:
Een vereniging is een organisatie die niet als doel heeft om winst te maken. Meestal organiseert een vereniging maatschappelijke activiteiten. Zoals een sport- of buurtvereniging. Een vereniging mág wel winst maken voor de maatschappelijke activiteiten van de vereniging.
Een vereniging bestaat uit leden. De hoogste macht ligt bij de ledenvergadering. De ledenvergadering benoemt het bestuur.
Een vereniging heeft geen aandeelhouders.
Slide 6 - Tekstslide
Coöperatie:
Een coöperatie is een speciale vereniging waarin minimaal 2 personen samenwerken.
De coöperatie bestaat uit leden. Leden kunnen stoppen of instappen zonder dat het voortbestaan van de coöperatie in gevaar komt. De belangrijkste beslissingen nemen de leden samen in de algemene ledenvergadering.
Slide 7 - Tekstslide
Naamloze vennootschap (nv):
Als je veel kapitaal nodig heeft in je bedrijf kun je kiezen voor een naamloze vennootschap (nv). Met aandelen haal je geld binnen voor je bedrijf. De aandeelhouders mogen meebeslissen over je onderneming.
Je hebt € 45.000 startkapitaal nodig.
Het bestuur geeft de dagelijkse leiding aan het bedrijf, de raad van commissarissen houdt toezicht op het bestuur.
Slide 8 - Tekstslide
Besloten vennootschap (bv):
Een bv is een rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid. Je kunt een bv alleen of samen met anderen oprichten.
Het kapitaal van een bv is verdeeld in aandelen. Deze zijn in bezit van de aandeelhouders. De hoogste macht ligt bij deze aandeelhouders. Aandelen kunnen ook recht geven op een deel van de winst.
Het bestuur heeft de dagelijkse leiding een raad van commissarissen controleren het bestuur.
Slide 9 - Tekstslide
Maatschap:
In een maatschap werk je samen maar ben je wel zelfstandig. Een maatschap is een rechtsvorm waarbij twee of meer partners gezamenlijk (en onder een naam) een onderneming voeren. Iedere partner heeft zijn eigen onderneming en is daar zelf verantwoordelijk voor.
Huisartsen, architecten, agrariërs en fysiotherapeuten zijn bijvoorbeeld vaak in een maatschap verenigd.
Slide 10 - Tekstslide
Vennootschap onder firma:
Als je gaat samenwerken met andere ondernemers onder één gemeenschappelijke naam kun je samen een vof oprichten.
Je hebt geen startkapitaal nodig.
De onderlinge afspraken leg je vast in een vof-contract.
Iedere deelnemer is privé aansprakelijk voor de hele vof.
Slide 11 - Tekstslide
Commanditaire vennootschap:
Je wilt een bedrijf beginnen, maar je hebt weinig geld om te investeren. Een geldschieter kan je helpen. Je start dan samen een commanditaire vennootschap (cv). De geldschieter is als stille vennoot betrokken bij je bedrijf.
Een cv is geen apart rechtspersoon.
Slide 12 - Tekstslide
Eenmanszaak:
In de volksmond ook wel een ZZP'er genoemd.
Als zzp’er ben je zelfstandig ondernemer.
Je verhuurt jezelf aan verschillende opdrachtgevers. Als zzp’er voer je tijdelijke opdrachten uit. Je bent niet in dienst bij de opdrachtgevers. De opdrachtgevers betalen jouw factuur.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Wat weet je over een eenmanszaak?
Slide 15 - Woordweb
Laat jij je weleens door iemand verleiden om iets te kopen?
Ja
Soms
Nooit
Slide 16 - Poll
Slide 17 - Video
Welke andere reclame trucs ken jij?
Slide 18 - Open vraag
Er zijn veel reclame trucs!
Muziek
Testemonials van autoriteiten of bekende mensen
Product placement
Aaibaarheidsfactor
Aanbiedingen of spaaracties
Laatste kans!
Slide 19 - Tekstslide
Ik vind reclame (op straat / YouTube,
in games / vlogs etc.) vervelend.
Eens
Oneens
Slide 20 - Poll
Ben jij weleens door reclame verleid?
Noem voorbeelden.
Slide 21 - Open vraag
Ik vind het belangrijk om erbij te horen.
Eens
Oneens
Slide 22 - Poll
Ik doe wel eens iets om erbij te horen.
Leg uit wat.
anoniem antwoord
Slide 23 - Open vraag
Doelgroep
Reclame moet de juiste mensen bereiken (Doelgroep).
Jongeren zijn een interessante doelgroep!
Slide 24 - Tekstslide
Waarom denk je dat jongeren een interessante doelgroep is voor reclamemakers?