In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Writing
Slide 1 - Tekstslide
What to do
- Quiz, see what you remember! (grammar and interpunction)
- Writing assignment. Check if you have done the other writing assignments or if you need to redo them. If you have done them all, there is a new writing assignment ready in teams.
Slide 2 - Tekstslide
Past Simple
PAST SIMPLE
Slide 3 - Tekstslide
Past Simple:
Wat is de regel van de past simple?
A
hele ww+ - (i)ed of
irregular verb 2e rijtje
B
hele ww+-s
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)
Slide 4 - Quizvraag
Past Simple:
Wat zijn de signaalwoorden van de Past Simple?
A
Tomorrow, next week, in 2025,
B
Last month, yesterday, a month ago, in 2012
C
Today, now,
D
again, always, constantly
Slide 5 - Quizvraag
PAST SIMPLE: Welke zin gebruikt de Past Simple?
A
I always walk to school.
B
I am reading a book now.
C
I organised a party past week.
D
Will you come to my party tomorrow?
Slide 6 - Quizvraag
PAST SIMPLE: in welke zin wordt de past simple gebruikt?
A
I have lived in Purmerend for 13 years.
B
I was living in Purmerend.
C
I lived in Purmerend in 2010
D
I am living in Purmerend.
Slide 7 - Quizvraag
PAST SIMPLE: Which sentence uses the past simple correct? (vraag/past simple)
A
Did you bake eggs for breakfast yesterday?
B
Did you baked eggs for breakfast yesterday?
C
Have you baked eggs for breakfast yesterday?
Slide 8 - Quizvraag
Present Perfect
Present Perfect
Slide 9 - Tekstslide
Present perfect: Wanneer gebruik je de present perfect?
A
het is in het verleden gestart en nu nog steeds bezig.
B
bij feiten, gewoontes en regelmaat.
C
wanneer het nog moet gaan gebeuren.
D
als het nu gebeurt.
Slide 10 - Quizvraag
Present Perfect:
Wat is de regel van de present perfect?
A
hele ww
B
ww+-s
C
vorm van to be + ww+-ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)
Slide 11 - Quizvraag
PRESENT PERFECT in welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
We have not visited Amsterdam.
B
We hasn't visited Amsterdam.
C
We have not been visiting Amsterdam.
D
We haven't yet visited Amsterdam.
Slide 12 - Quizvraag
PRESENT PERFECT: in welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
She had been working until late.
B
She have been working until late.
C
She has worked until late.
D
She has been working until late.
Slide 13 - Quizvraag
PRESENT PERFECT: in welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
I have lived in Utrecht for 13 years.
B
I was living in Utrecht.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am living in Utrecht.
Slide 14 - Quizvraag
PAST CONTINUOUS
Wanneer moet je de past continuous gebruiken?
Wat is de regel?
Slide 15 - Tekstslide
Past Continuous Wanneer gebruik je de Past Continuous?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets een tijdje bezig of aan de gang was in het verleden.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.
Slide 16 - Quizvraag
Past continuous:
Wat is de regel van de past continuous?
A
hele ww+ - ed of irregular verb
B
was/were hele ww+ -ing
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)
Slide 17 - Quizvraag
Past Continuous: in welke zin wordt de past continuous gebruikt?
A
I haven't been to that film yet.
B
I lived in Utrecht in 2010
C
I was walking down the street when I tripped.
D
I am eating a sandwich.
Slide 18 - Quizvraag
Past Continuous: Pick the example of the past continuous:
A
They were living in poverty.
B
They are living in poverty.
C
They lived in poverty.
D
They have been living in poverty.
Slide 19 - Quizvraag
PAST CONTINUOUS
In welke zin wordt de Past Continuous gebruikt?
A
They film the event with a hidden camera.
B
They filmed the event with a hidden camera.
C
They are filming the event with a hidden camera.
D
They were filming the event with a hidden camera.
Slide 20 - Quizvraag
Today, has been, a good, day! Is this sentence correct?
A
Yes
B
No
Slide 21 - Quizvraag
Today,I have decided, since I have the time, to go to visit my friend who had a knee replacement last week. Is this sentence correct?