Les 2.2

• M&m
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1,2

Hallo! Fijn dat je de LessonUp bent gestart.

Lees alle tekst, kijk alle filmpjes en beantwoord alle vragen.

Tijdens de les werk je zelfstandig en blijf je op je plek zitten. 
Wanneer je een vraag hebt steek je je vinger op.

Wat ga je doen?

+ herhaling 2.2

+ afmaken opdrachten 2.2

+ praktijkopdracht 'stomigen'

Wat ga je leren?

+ Welke verschillende politieke stromingen er zijn. 

+ Wat 'bijzonder onderwijs' is. 

+ Een politieke stroming onderzoeken. 

Wat? Willen dat alles bij het oude blijft. 

Wie? De koning wil de macht houden. 

Wat? Willen opkomen voor de rechten van vrouwen.

Wie? Mensen die vinden dat vrouwen dezelfde rechten moeten hebben als mannen. 

Wat? Willen meer vrijheid.

Wie? Mensen die willen dat iedereen evenveel macht heeft. 

Wat? Komen op voor de rechten van de arbeiders. 

Wie? Arbeiders zonder gelijke rechten en mensen die arbeiders willen beschermen. 

Wie? Mensen die socialisme verder willen doorvoeren. 

Wat? Mensen die vinden dat al het geld gelijk verdeeld moet worden.

Feminisme

Socialisme

Communisme

Liberalisme
(Liberalen)

Conservatief

Wat is het verschil tussen liberalen en conservatieven?

Wat is het verschil tussen feministen en socialisten?

Welke  UITSPRAAK past bij welke stroming? 

Een vrouw moet het zelfde verdienen als een man. 

Arbeiders mogen niet minder dan het minimumloon verdienen. 

De koning wil alle macht bij zichzelf houden. 

Feminisme 

Socialisme 

Conservatieven 

Uitleg: lees dit goed door. 

In de 19e eeuw, de tijd van de industriële revolutie was geloof erg belangrijk. Religie betekent dat je in een God geloofd dingen doet die daar bij horen. Christenen lezen bijvoorbeeld de bijbel en Moslims gaan naar de Moskee. 

Mensen die hun geloof bij het bestuur van een land willen betrekken noem je confessionelen.

Wat is religie?

Hoe noem je de stroming van mensen die religie willen betrekken bij het bestuur van een land?

Samenwerken 

Arbeiders wilden stemrecht en de confessionelen wilden christelijk onderwijs.

 

Ze gingen samenwerken. Zo kregen de socialisten (arbeiders) stemrecht en de confessionelen (religieuze mensen) bijzonder onderwijs. 

Kijk het filmpje hierover en beantwoord de vragen. 

Wat is bijzonder onderwijs?

Iedereen kan een school oprichten.
Wat is daar een voordeel van? (goed)

Iedereen kan een school oprichten.
Wat is daar een nadeel van?
(niet goed)

Op sommige christelijke scholen mogen vrouwen alleen lesgeven in lange rokken, wat vind jij daar van?

Op sommige vrije scholen volgen leerlingen kunst in plaats van rekenen, wat vind jij daar van?

Benoem alle 6 stromingen
die deze LessonUp behandeld
zijn.

Aan de slag.

Opdrachten.

1: Maak heel 2.2 af. Dit mag in je boek of online. 

2: Opdracht stromingen. Dit kun je vinden in de volgende dia. 

Je mag werken met muziek op, je blijft op je plek en je werkt in stilte. 

Opdracht stromingen

Je gaat een politieke stroming onderzoeken.
Beantwoord de vragen in een word bestand en maak een poster.

1. Kies uit: liberalen, conservatieven, confessionelen, socialisten of feministen. 

2. Wat betekent deze stroming?

3. Welke politieke partij past er het meest bij deze stroming?

4. Welke 4 woorden passen er bij deze stroming.

5. Zoek 3 plaatjes bij deze stroming.

6. Haal een A4 op bij mevrouw Samsen
en maak een poster die bij deze stroming past.