4.2 Waar kun je werken?

Dit gaan we doen deze les

  1. Herhalen leerdoelen 4.1
  2. Uitleg paragraaf 4.2
  3. Zelfstandig werken aan huiswerk
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dit gaan we doen deze les

  1. Herhalen leerdoelen 4.1
  2. Uitleg paragraaf 4.2
  3. Zelfstandig werken aan huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 4.1 herhalen
𑿱 Je kunt uitleggen hoe werknemers beschermd worden.
𑿱 Je kunt verklaren waardoor vrouwen economisch minder 
    zelfstandig zijn dan mannen.
𑿱 Je kunt groepen mensen noemen die belemmeringen ervaren bij  
    het vinden van werk.
𑿱 Je kunt arbeidsmotieven noemen en het belang van onbetaalde 
    arbeid uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 4.2 
𑿱 Je kunt het verschil tussen vast en flexibel werk uitleggen.
𑿱 Je kunt verschillen noemen tussen werken als zelfstandige
    en werken in loondienst.
𑿱 Je kent de kenmerken van een eenmanszaak en een vof.
𑿱 Je kunt kenmerken noemen van een bv en een nv.
𑿱 Je kunt uitleggen wat een stichting is.

Slide 3 - Tekstslide

Biedt een baan een 
zekerheid?
Vaste baan
  • arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
  • ontslagbescherming
  • veel zekerheid

Flexibele baan
  • arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd = tijdelijke baan
  • werk als oproepkracht of werk via uitzendbureau
  • weinig zekerheid

Ook zzp’ers hebben vaak weinig zekerheid.




Stap 1: Maak opgave 1 t/m 3 op blz. 110-111
Stap 2: Maken 4.2 op blz. 122
Stap 3: Maken 4.2 op blz. 124
timer
4:00

Slide 4 - Tekstslide

Ondernemingsvormen
Als je zelfstandig ondernemer 
bent, moet je een 
ondernemingsvorm kiezen.

Veel voorkomende ondernemingsvormen zijn:
  • Eenmanszaak
  • Vof (vennootschap onder firma)
  • BV (= besloten vennootschap)
  • NV (= naamloze vennootschap)

Slide 5 - Tekstslide

Eigen baas?
Werken in loondienst geeft veel zekerheid.
Zelfstandig ondernemer verdient inkomen met eigen bedrijf.


Voordelen:
  • Alle inkomsten voor jouzelf
  • Zelf bepalen wat je doet, wanneer je werkt, hoe hard je werkt

Risico’s:
  • Te weinig opdrachten -> minder werk en minder inkomen
  • Te veel concurrentie -> te lage prijzen om winst te maken
  • Geen bescherming door werknemersverzekeringen (WW, WIA)





Stap 1: Maak opgave 4 t/m 6 op blz. 111
Stap 2: Maken 4.2 op blz. 122
Stap 3: Maken 4.2 op blz. 124
timer
4:00
zzp'er
zzp'er = zelfstandige zonder personeel
Eenmanszaak = zzp'er (dus één eigenaar), maar kan ook werknemers hebben.

Zzp’ers: soms schijnzelfstandigheid:
 als ‘zelfstandige’ toch volledig afhankelijk van opdrachtgevers (bijvoorbeeld: pakketbezorgers, maaltijdbezorgers).

Slide 6 - Tekstslide

Onderneem je samen 
of alleen?
Eenmanszaak
  • 1 eigenaar die zelf de leiding heeft
  • Kan personeel hebben
  • Schulden evt betalen met privégeld
  • bijv. zzp'er

  • Winst is inkomen voor de eigenaar
  • Over winst wordt inkomstenbelasting betaald. 
Vof (Vennootschap onder firma)
  • 2 of meer eigenaren (ven-noten/firmanten)
  • Kan personeel hebben
  • Schulden evt betalen met privégeld

  •  Winst is inkomen voor de eigenaren
  • Over winst wordt inkomstenbelasting betaald. 
Voordelen:
  • Samen meer geld inbrengen
  • Taken verdelen
  • Bedrijf gaat door als één van de vennoten ziek wordt
Stap 1: Maak opgave 7 & 8 op blz. 112
Stap 2: Maken 4.2 op blz. 122
Stap 3: Maken 4.2 op blz. 124
timer
4:00

Slide 7 - Tekstslide

Aandeelhouders als 
eigenaar
BV (Besloten Vennootschap)  
  • Eigenaren zijn aandeelhouders
  • Directeur in loondienst
  • Niet iedereen kan aandelen kopen                        
  • Aandelen kunnen meer waard worden
  • Uitkering van winst aan aandeelhouders -> dividend
  • Over de winst wordt vennootschapsbelasting betaald. 
  • Failliet? -> aandelen kwijt
NV (Naamloze Vennootschap)
  • Eigenaren zijn aandeelhouders  
  • Directeur in loondienst
  • Iedereen kan aandelen kopen                                          
  • Aandelen kunnen meer waard worden
  • Uitkering van winst aan aandeelhouders -> dividend.
  • Over de winst wordt vennootschapsbelasting betaald. 
  • Failliet? -> aandelen kwijt
Geen risico privévermogen!!!

Winst van een nv of bv wordt gebruikt voor:
-uitkering dividend
-terugbetalen (aflossen) van schulden
-nieuwe investeringen
Stap 1: Maak opgave 9 t/m 11 op blz. 112-113
Stap 2: Maken 4.2 op blz. 122
Stap 3: Maken 4.2 op blz. 124
timer
4:00

Slide 8 - Tekstslide

Niet voor de winst
Stichting is een instelling die opgericht is om een bepaald doel te verwezenlijken. 
Bijvoorbeeld:
  • Excelsior: betaald voetbal mogelijk maken,
  • SIRE: ideële reclame verzorgen,
  • Stichting Beter Leven: opkomen voor dierenwelzijn.

Inkomsten:
  • subsidie, donaties
  • eigen inkomsten zoals: entreegeld, sponsorgeld
Winst behalen mag geen doel zijn.               Winst mag alleen gebruikt worden voor het doel van de stichting.


Stap 1: Maak opgave 12 op blz. 113
Stap 2: Maken 4.2 op blz. 122
Stap 3: Maken 4.2 op blz. 124
timer
4:00

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Stap 1: Maak opgave 1 t/m 11 op blz. 106-109
Stap 2: Maak opgave 1 t/m 12 op blz. 110-113 
Stap 3: Maken 4.1 & 4.2 op blz. 122 
Stap 4: Maken 4.1 & 4.2 op blz. 124
timer
15:00
timer
2:00

Slide 10 - Tekstslide