3.4 Megasteden, megaproblemen

• Aardrijkskunde

Telefoons weg!

+ Spullen op tafel

1. Nakijken par. 3
2. Bespreken par. 4
3. Maken opdrachten par. 4: 1 t/m 5

Nakijken par. 3

 1 

Uitspraken van inwoner van ‘westerse stad’:​ 

A Volgende week betrek ik een nieuw zakenpand 20 km buiten de drukke stad’​ 

C Wij hebben een leuk huisje gevonden in het groen en toch dichtbij de stad.​ 

 Met welk begrip hebben deze twee uitspraken te maken?​

• suburbanisatie​ 

2

a In de niet-westerse steden is er een groter vestigingsoverschot​ + een grotere natuurlijke groei.​ b Daling door suburbanisatie (1980); groei door re-urbanisatie (nu).​ 

c B, C, D, E​ 

d GB53 203F / GB54 235F / GB55 257F 

  

3

a Hoe hoger de verstedelijkingsgraad, hoe rijker het land.

b Ja. Landen met een hoge verstedelijkingsgraad zijn vaak rijk. 

c Afrika (verstedelijking druk je ook in een percentage) 

d Ja. In bron 9 zie je dat de stadsbevolking van Afrika snel toeneemt tot 2050. 

4

a Het maakt iets wat ingewikkeld is eenvoudiger.

b

  1 platteland 

  2 suburb

  3 shopping malls

  4 oud industrieterrein

  5 woonwijk voor middenklasse

  6 oude woonwijk

  7 CBD

  8 nieuw bedrijvenpark

c

  1 Ze moeten goed bereikbaar zijn. 

  2 Inwoners in de suburbs zijn hun klanten.

  3 Shopping malls hebben veel ruimte nodig.

Megasteden, megaproblemen

H3 Steden; van hier tot Tokyo

V2

Lesdoel

Aan het eind kan je:

• uitleggen waarom er in megasteden vaak grote problemen zijn en welke problemen dit zijn. 

vimeo.com

Megasteden:

1. Waar?

2. Welk verschil?

In centrum en periferielanden, maar in periferielanden groeien ze sneller.

Wonen

Werken

Overbelaste infrastructuur

Vervuiling

Welke oorzaken zijn er voor deze problemen?

1. Welk land heeft de meeste slumbewoners?
2. Waarom staat dit land dan niet bovenaan de tabel?

Lesdoel

Kan je nu

• uitleggen waarom er in megasteden vaak grote problemen zijn en welke problemen dit zijn?

Opdrachten

Maak 

Hoofdstuk 3

§4

Opdr. 1 t/m 5