Check je antwoord bij stap 2
Demografisch: Leeftijd, geslacht, inkomen, opleidingsniveau, beroep, gezinsgrootte.
Geografisch: Woonplaats, regio, stad vs. platteland.
Psychografisch: Levensstijl, waarden, interesses, opinies.
Gedrag: Koopgedrag, gebruik van producten, merkentrouw,