De oude Grieken (3000 v. C. tot 500 v. C.) kunnen natuurverschijnselen, zoals vulkaanuitbarstingen, onweer en droge seizoenen, niet verklaren.
De oorzaak van deze verschijnselen zijn de goden, toch?De natuurgodsdienst van de oude Grieken kennen veel goden (kortom, een polytheïstisch geloof). De oppergod heet Zeus. Hij heeft 2 broers, namelijk Poseidon (god van de zee) en Hades (god van het dodenrijk).
Momenteel hebben veel mensen in Nederland een monotheïstisch geloof (geloof in 1 god).
De oude Grieken hebben voor alle goden mythen (godenverhalen), sagen (heldenverhalen) en legenden (wonderlijke verhalen)
Deze mythen van goden en halfgoden met bovennatuurlijke en menselijk krachten zijn nu nog steeds bekend, omdat deze mythen steeds mondeling zijn doorverteld en later zijn opgeschreven. Een van de bekendste schrijvers van een mythe is Homeros die de wereldbekende langverhalende (epos) gedichten Ilias en Odyssee over de Trojaanse Oorlog schrijft.
Voor alle (half)goden worden sportwedstrijden (Olympische Spelen) georganiseerd en bouwen de Grieken tempels op de mooiste plekken gebouwd, maar vooral op de berg Olympus waar de meeste (half)goden leven. In de tempel is een altaar te vinden, een speciale offersteen.
Om de wil van de goden beter te leren kennen, konden de Grieken naar een orakel. Daar was direct contact met de goden die aan priesters hun wil bekendmaakten. Het bekendste orakel is Delphi..