Domein Meten en meetkunde
– Maateenheden gebruiken en de juiste maateenheid kiezen.
– Schalen aflezen en correct interpreteren.
– Rekenen met gangbare maten voor bijvoorbeeld; lengte, oppervlakte, inhoud,
gewicht, tijd temperatuur, geld en snelheid.
– Maten aflezen uit tekeningen en plattegronden
– Afmetingen zoals: afstand, lengte, hoogte, omtrek, oppervlakte en inhoud
meten, schatten of berekenen en aan elkaar relateren om eenvoudige problemen
op te lossen.