Samenleving - 4. Multiculturele samenleving

3. Cultuur
Thema - Samenleving
Vorige les...
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

3. Cultuur
Thema - Samenleving
Vorige les...

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Herhaling vorige les
Leerdoelen paragraaf 4
Uitleg
Filmpje 
Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Vul voor jezelf in wat je nog weet....
Herhaling! Wat betekenen de volgende begrippen?

1. Cultuur
2. Dominante cultuur
3. Subcultuur.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent cultuur?
A
Een kleine groep mensen die hetzelfde geloven en dat ook uitdragen
B
Kaas en tulpen
C
Hoe mensen gedrag leren met als einde internalisatie
D
Een groep met gemeenschappelijke kenmerken, zoals waarden, normen, gewoonten, tradities en feestdagen.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent subcultuur?
A
B
Een kleine cultuur
C
Een cultuur die bij een kleine groep hoort
D
Mensen die dezelfde taal spreken

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een subcultuur?
A
Surinaamse cultuur
B
Friese cultuur
C
school cultuur
D
Jeugdcultuur

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Multiculturele samenleving
Thema - Samenleving
Deze les...

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet ik weten en kunnen?
  1. Weten welke redenen voor migratie er zijn. 
  2. Uitleggen dat Nederland een multiculturele samenleving is. 
  3. Uitleggen welke rol de overheid heeft bij de integratie van migranten. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Multiculturele samenleving
Nederland = een multiculturele samenleving. 

Meerdere (multi) culturen die met elkaar samenleven. 

We kijken naar afkomst, etnische subculturen: Surinamers, Marokkanen, Turken, Polen, Indonesiërs en ga zo maar door.



Een samenleving bestaande uit mensen met verschillende afkomsten.

Slide 10 - Tekstslide

Denk aan opvoeding
Migratie...
... verhuizen van land.

Emigranten: 
Mensen die verhuizen van Nederland naar een ander land.

Immigranten: 
Mensen die verhuizen van een ander land naar Nederland toe.



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Migratiemotieven
... reden waarom mensen naar Nederland komen. 

1. Koloniën, 
2. Arbeidsmigranten, 
3. Vluchtelingen,
4. Europese Unie, 
5. Gezinsmigratie.




Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Integreren
Migranten moeten integreren in de samenleving van de overheid:


  1. Je moet de Nederlandse taal leren.
  2. Je moet een inburgeringsexamen doen.
  3. Je respecteert de Nederlandse waarden en doet mee in onze samenleving.

Eerste en tweede generatie migranten.
Je grotendeels aanpassen aan de dominante cultuur in de samenleving waar je woont, met behoud van je eigen cultuur.
Een migrant is iemand die oorspronkelijk niet uit Nederland komt.
Alle mensen en organisaties die werken in de Nederlandse politiek.
Eerste generatie:
Een immigrant (dus iemand die verhuisd is van land). 

Tweede generatie:
Zijn/haar kinderen zijn tweede generatie migranten).
Nederlanders zijn over het algemeen tolerant = accepteren van migranten dat ze hun eigen cultuur niet zomaar 'wegdoen'.

Andere feestdagen, kleding of religie mogen in de Nederlandse samenleving.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maken:

  • Maak nu de opdrachten van Methode M. 
    4. multiculturele samenleving. Opdracht 3,4,5,6,7 


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent cultuur?
A
Een kleine groep mensen die hetzelfde geloven en dat ook uitdragen
B
Kaas en tulpen
C
Hoe mensen gedrag leren met als einde internalisatie
D
Een groep met gemeenschappelijke kenmerken, zoals waarden, normen, gewoonten, tradities en feestdagen.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent subcultuur?
A
B
Een kleine cultuur
C
Een cultuur die bij een kleine groep hoort
D
Mensen die dezelfde taal spreken

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een subcultuur?
A
Surinaamse cultuur
B
Friese cultuur
C
school cultuur
D
Jeugdcultuur

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies