4.3 omzet en winst

4.3 omzet en winst
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

4.3 omzet en winst

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

=
-
=
-
brutowinst
bedrijfskosten
brutowinst
omzet
nettowinst
inkoopwaarde

Slide 12 - Sleepvraag

1. Omzet = afzet x                                                          
2. Omzet -                                 = brutowinst
3. Brutowinst -                                  = nettowinst


  
bedrijfskosten
verkoopprijs
inkoopwaarde
nettowinst
brutowinst
inkoopprijs

Slide 13 - Sleepvraag

omzet
verkoopprijs
nettowinst
brutowinst
consumentenprijs
afzet × verkoopprijs =
inkoopprijs + brutowinst
verkoopprijs + btw
omzet  – inkoopwaarde
brutowinst – bedrijfskosten

Slide 14 - Sleepvraag

De consumentenprijs is € 135,52  
De btw is 21%.
Bereken de verkoopprijs.
Sleep het goede antwoord hier naar toe!
De consumentenprijs is € 135,52  
De btw is 21%.
Bereken de btw.
Sleep het goede antwoord hier naar toe!
€ 163,98
€ 112,00 
€ 28,46
€ 23,52

Slide 15 - Sleepvraag

________________ +
________________ +
inkoopprijs
brutowinstmarge
verkoopprijs excl. btw
consumentenprijs
btw

Slide 16 - Sleepvraag

Procent
bedrag €
Een printer kost € 69,99 exclusief btw. 
Bereken de prijs inclusief btw.
121
84,69
1
100
X
69,99

Slide 17 - Sleepvraag

Aantal
%
De prijs van een TV is €995,- inclusief 19% BTW. Wat is de prijs exclusief BTW?
995
1
--
100
119
antwoord
B
C
D
E
F
A
81

Slide 18 - Sleepvraag

maken
4 Produceren - Begrippentrainer 3

Slide 19 - Tekstslide