2HV - les 12 Unidad 8

Programa
  1. Toetsing
  2. Unidad 8
  3. Voca
  4. Gustar & Doler
  5. Deberes 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programa
  1. Toetsing
  2. Unidad 8
  3. Voca
  4. Gustar & Doler
  5. Deberes 

Slide 1 - Tekstslide

Toetsing
Lees + luister OORTJES MEE!!!!!
Voca Unidad 7 81-90 NL-SP
Voca Unidad 8 1-90 NL-SP
Hay - Estar - Ser (vervoeg en verschil)
Wederkerende werkwoorden (reg + onreg)
Regelmatige ww
Onreg ww (tener, querer, venir, cerrar, jugar, dormir, hacer, ir, SALIR + VOLVER)
Gustar + Doler
Perfecto (reg + onreg)
Voorzetsels (a, de, por,  para, con, en)
Mucho/ muy

Slide 2 - Tekstslide

Voca
El cuerpo
Blz 82, ej 1, 2

Slide 3 - Tekstslide

Gustar
Gustar = houden van/ leuk vinden/ lekker vinden

Er zijn maar 2 vervoegingen: GUSTA & GUSTAN

Ook staat er altijd een meewerkend voorwerp  voor het werkwoord. dit is anders dan bij een wederkerend voorwerp, lees goed de uitleg)

Zie de volgende slides voor het stappenplan voor het vervoegen van dit werkwoord!

Slide 4 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp + gusta(n)
  1. A mí _________ el libro de francés.
  2. A mí _________  el té verde.
  3. A los niños no _________ tus pasteles.
  4. A ti _________  la música romántica.
  5. A Ana _________   las películas de aventura.
  6. A los niños _________ los dulces.
  7. ¿A Juan y a ti _________ los libros?
  8. A Pedro  y a mí _________ los viajes largos.
  9. A Juan y Pedro _________  montar en bici.
  10. A ellos _________ dormir mucho.

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden
  1. A mí ME GUSTA el libro de francés.
  2. A mí ME GUSTA el té verde.
  3. A los niños no LES GUSTAN tus pasteles.
  4. A ti TE GUSTA la música romántica.
  5. A Ana LE GUSTAN las películas de aventura.
  6. A los niños LES GUSTAN los dulces.
  7. ¿A Juan y a ti OS GUSTAN los libros?
  8. A Pedro  y a mí  NOS GUSTAN los viajes largos.
  9. A Juan y Pedro LES GUSTA montar en bici.
  10. A ellos LES GUSTA dormir mucho.

Slide 6 - Tekstslide

mij
jou
hem/haar
ons
jullie
hun
me
le
te
nos
os
les
a mí
a ti
a él
a ella
a nosotros
a vosotros
a ellos

Slide 7 - Sleepvraag

doler
doler betekent pijn doen 
en werkt op dezelfde manier als gustar.

Slide 8 - Tekstslide

Welke lichaamsdelen ken je in het Spaans?

Slide 9 - Woordweb

hem doet pijn de buik

Slide 10 - Tekstslide

Tarea / Opdracht
We gaan kijken naar een video. Eva is ziek. 
Schrijf op een blaadje op waarvan Eva last heeft. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Maak een zin waarin je zegt dat iets pijn doet.

Slide 13 - Open vraag

Maak een zin waarin je zegt dat bij iemand anders iets pijn doet.

Slide 14 - Open vraag

Blz 84, ej 2, 3

Slide 15 - Tekstslide

Deberes
Voca Unidad 8 blz 109 NL-SP
1-10

Slide 16 - Tekstslide