Recap chapter 3, Food.

Recap chapter 3

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Recap chapter 3

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruik je some of any?

Slide 2 - Tekstslide

I'VE GOT …….. BOOKS.
A
ANY
B
SOME

Slide 3 - Quizvraag

Have you got ……. books?
A
Some
B
Any

Slide 4 - Quizvraag

I haven't got …….. books.
A
Any
B
Some

Slide 5 - Quizvraag

Do you want …… apple pie?
A
Any
B
Some

Slide 6 - Quizvraag

De regel: 
  • Some gebruik je bij bevestigende zinnen
  • Any gebruik je bij:
- Ontkennende zinnen
- De meeste vraagzinnen.

De regel: 
  • Some gebruik je bij bevestigende zinnen en bij bij vraagzinnen waarbij je een positief antwoord verwacht. 
  • Any gebruik je bij ontkennende zinnen en bij de meeste vraagzinnen.

Slide 7 - Tekstslide

Plurals

Slide 8 - Tekstslide

What is the plural of car?

Slide 9 - Open vraag

What is the plural of fox?

Slide 10 - Open vraag

What is the plural of holiday?
A
Holidaies
B
holidays
C
Holidais
D
holiday's

Slide 11 - Quizvraag

What is the plural of woman?

Slide 12 - Open vraag

What is the plural of cherry?

Slide 13 - Open vraag

Regel voor meervoud = woord + s
               1 dog - 3 dogs
    1 dog


   3 dogs

Slide 14 - Tekstslide


Bij woorden die eindigen op een medeklinker + y
                            
                     -y verdwijnt en wordt - ies
                 
  1 bunny                            4 bunnies

Slide 15 - Tekstslide


Woorden die eindigen op een klinker + y
                            
       krijgen alleen een - s
          
  1 boy                              3 boys

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn klinkers?

Au
Oei
Wat zijn medeklinkers?

Alle andere letters van het alfabet. 

Slide 17 - Tekstslide

      Woorden die eindigen op ch, sh, s, ss, x, z
                            
                                     krijgen -es
                 
  1 dress                           6 dresses

Slide 18 - Tekstslide

 Woorden die eindigen op een medeklinker + o
                            
                              krijgen -es
                 
   1 tomato                       4 tomatoes

Slide 19 - Tekstslide

What is the plural of potato?
A
Potatoos
B
Potato's
C
Potatoes
D
Potatos

Slide 20 - Quizvraag

Woorden die eindigen op F daarbij verandert de F in   - ves. 
One wolf
Two wolves

Slide 21 - Tekstslide

Woorden die eindigen op een E met een F ervoor, daar komt een s achter maar verandert de F in een V.
One knife
Four knives

Slide 22 - Tekstslide

Onregelmatige meervouden moet je uit je hoofd leren:
man
woman
child
person
sheep
fish
mice
tooth
foot

Onregelmatige meervouden
man        >  men
woman  >  women
child       >  children
mouse   >  mice
tooth      >  teeth
foot         >  feet


Sommige meervouden moet je uit je hoofd leren:
sheep       >  sheep
fish            >  fish
person      > People
deer          > deer


Slide 23 - Tekstslide

Wanneer gebruik je welk aanwijzend voornaamwoord?
Om te beslissen welk aanwijzend voornaamwoord je wanneer moet gebruiken moet je jezelf de volgende vragen stellen:
1. Is het dichtbij of ver weg?
2. Is het enkelvoud of meervoud?

Slide 24 - Tekstslide

Use: this, these, that, those:

I want .... books over there.
A
this
B
these
C
that
D
those

Slide 25 - Quizvraag

this, that, these, those

... colours look beautiful on you!
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 26 - Quizvraag

.... is your pen over there on the desk.
.... is my pen here
A
This, This
B
That, That
C
This, That
D
That, This

Slide 27 - Quizvraag

How did you like to review chapter 3 this way?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll