bs 1 bouw en functie van DNA

Thema 2. DNA 




Benodigheden
- Boek & Binas
- Schrift
- Pen, potlood, etc
- Rekenmachine

Cijfer
- NEE


Lessonup
- NEE
Tassen in
de tassenkast
Telefoons op de hoek van de tafel
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
biologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2. DNA 




Benodigheden
- Boek & Binas
- Schrift
- Pen, potlood, etc
- Rekenmachine

Cijfer
- NEE


Lessonup
- NEE
Tassen in
de tassenkast
Telefoons op de hoek van de tafel

Slide 1 - Tekstslide

today''s program 
Nieuw hoofdstuk: 
bouw en functie van DNA 

leerdoelen: je kunt van een prokaryoot en van een eukaryoot 

  • het verschil in genoom aangeven 
  • bouw beschrijven van een DNA molecuul 
  • beschrijven uit welke onderdelen een chromosoom bestaat 


begrippen: genoom - mtDNA-plasmide -nucleïnezuur - nucleotide-stikstofbase-3' en 5'uiteinde - basenparing-complementair-



Slide 2 - Tekstslide

opdracht: schrijf in je schrift
  • onderdelen van een chromosoom
  • typen chromosomen in prokaryoten en eukaryoten

Slide 3 - Tekstslide

genoom prokaryoot 
- dubbelstrengs DNA als helix rondom eiwitten en RNA-moleculen
- los in cytoplasma
- groot circulair chromosoom & kleine plasmide(n) 
genoom eukaryoot:
- dubbelstrengs DNA als helix
- in de celkern 
- als lange draden gewonden rond histonen
- histonen en DNA vormen samen nucleosomen 
+ plasmiden in mitochondriën en chloroplasten



Slide 4 - Tekstslide

BiNaS 71C
Beschrijf de afbeeldingen en gebruik de juiste termen

Slide 5 - Tekstslide

BiNaS 71C
Beschrijf de afbeeldingen en gebruik de juiste termen

Slide 6 - Tekstslide

DNA 
  • nucleïnezuur
  • opgebouwd uit nucleotiden in een bepaalde sequentie 
--> nucleotide : desoxyribose + N-base+ anorg. fosfaatgroep
--> N-base: Adenine, Cytosine, Thymine, Guanine
--> dubbele helix met basenparing 
  • coderend vs. niet-coderend

Slide 7 - Tekstslide

coderend DNA
  • een deel van het DNA dat de DNA-sequentie (=code) bevat waarmee ribosomen één of meer eiwitten kunnen synthetiseren 
niet-coderend DNA
  • codeert voor andere moleculen die een regulerende functie hebben bij de synthese van eiwitten
  • zijn repetitief DNA

  • bestaat uit genen zonder functie 

Slide 8 - Tekstslide

BiNaS 70A
Beschrijf de afbeeldingen en gebruik de juiste termen

Slide 9 - Tekstslide

opdracht:
in de volgend dia vind je een video, je gaat die bekijken
bekijk deze video en maak aantekeningen in je schrift over zaken die nu nog nieuw voor je zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

functies van DNA
bevat informatie voor de erfelijke eigenschappen van een levende cel 
- en bepaalt zodoende de functie van de cel
- en levert zodoende de instructies waarmee ribosomen in de cel verschillende soorten eiwitten kunnen synthetiseren 

Slide 12 - Tekstslide

1. in welke celorganellen van een bladcel bevindt zich NIET het genoom van een tomatenplant?
A
celkern
B
chloroplasten
C
cytoplasma
D
mitochondriën

Slide 13 - Quizvraag

2. Wat is de complementaire streng van :

5'-CGGATACGGTTA- 3'

A
5'-ATTGGCATAGGC-3'
B
3'-CGGATACGGTTA- 5'
C
5'-GCCTATGCCAAT-3'
D
3'-GCCTATGCCAAT-5'

Slide 14 - Quizvraag

2B. Er zijn 4 verschillende nucleotiden. Een stuk enkelstrengs DNA bestaat uit 1000 nucleotiden. Hoeveel variaties van het DNA kun je maken
A
4 x 1000
B
4E1000
C
1000E4

Slide 15 - Quizvraag

2c. Aan welke C van het ribosemolecuul bevindt zich de een OH-groep?
A
1'-kant
B
3'-kant
C
5'-kant

Slide 16 - Quizvraag

2c. Aan welke C van het ribosemolecuul bevindt zich de stikstofbase?
A
1'-kant
B
3'-kant
C
5'-kant

Slide 17 - Quizvraag

huiswerk
leer bs 1
maak t/m opdracht 3, 

Slide 18 - Tekstslide