H. 5.3 - 2 De stelling van Pythagoras

5.3
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

5.3

Slide 1 - Tekstslide

De vorige les heb je geleerd....
* welke zijde in een rechthoekige driehoek de schuine zijde is 

* welke de korte zijden oftewel de rechthoekszijden zijn

Slide 2 - Tekstslide

Zijden rechthoekige driehoek


de schuine zijde ligt altijd tegenover de rechte hoek

Slide 3 - Tekstslide

Pythagoras

Wie was dat nou eigenlijk?

-Geboren in Griekenland

-Leefde ca 500 jaar voor Christus

-Beroemde wiskundige

-Bekend van de
  stelling van Pythagoras

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de stelling van Pythagoras?
rechthoekszijde2+
rechthoekszijde2=
schuinezijde2

Slide 5 - Tekstslide

Werkschema

Slide 6 - Tekstslide

Schuine zijde berekenen

Pak het werkschema erbij

Hoe lang is zijde AC?


Korte zijde= RHZ .........=..........

Korte zijde= RHZ .........=..........

Schuine zijde= SZ ........=.........

Slide 7 - Tekstslide

Stappenplan
  1. wat zijn de rechthoekszijden en wat is de schuine zijde?
  2. vul deze in op het werkschema
  3. Zet de gegevens die je hebt in het werkschema
  4. Kwadrateer de zijden die je hebt
  5. Reken uit hoe lang de                                    is
  6. Neem de wortel hiervan
  7. Schrijf op hoelang de schuine zijde is


schuinezijde2

Slide 8 - Tekstslide

Samen oefenen

som 39 blz 22

werkschema

Slide 9 - Tekstslide

Rechthoekszijde uitrekenen

Als je de lange zijde en een korte zijde weet, dan kun je de andere korte zijde ook uitrekenen.


Hoe?

Iemand een idee?

Slide 10 - Tekstslide

Stappenplan
  1. wat zijn de rechthoekszijden en wat is de schuine zijde?
  2. vul deze in op het werkschema
  3. Zet de gegevens die je hebt in het werkschema
  4. Kwadrateer de zijden die je hebt
  5. Reken uit hoe lang de                                            is (min- som)
  6. Neem de wortel hiervan
  7. Schrijf op hoelang de rechthoekszijde is


rechthoekszijde2

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 12 - Tekstslide

samen oefenen som 40 blz. 22
  1. pak je werkschema erbij
  2. vul de zijden in.
  3. Vul de gegevens in die je weet
  4. Reken de onbekende zijde uit
  5. HINT: wanneer er geen letters bij de driehoek staan, dan bedenk je die zelf. Bijv. ABC of KLM of DEF

Slide 13 - Tekstslide

Som 40 blz. 22

Slide 14 - Tekstslide

Nu zelf
som 37 t/m 50

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

5.3

Slide 17 - Tekstslide

De vorige les heb je geleerd....
* welke zijde in een rechthoekige driehoek de schuine zijde is 

* welke de korte zijden oftewel de rechthoekszijden zijn

Slide 18 - Tekstslide

Zijden rechthoekige driehoek


de schuine zijde ligt altijd tegenover de rechte hoek

Slide 19 - Tekstslide

Pythagoras

Wie was dat nou eigenlijk?

-Geboren in Griekenland

-Leefde ca 500 jaar voor Christus

-Beroemde wiskundige

-Heeft onder andere de stelling van
  Pythagoras bedacht

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

5.3

Slide 23 - Tekstslide

Pythagoras

Wie was dat nou eigenlijk?

-Geboren in Griekenland

-Leefde ca 500 jaar voor Christus

-Beroemde wiskundige

-Heeft onder andere de stelling van
  Pythagoras bedacht

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Wat is de stelling van Pythagoras?
rechthoekszijde2+
rechthoekszijde2=
schuinezijde2

Slide 27 - Tekstslide

         Maar klopt dat nu ook?

Slide 28 - Tekstslide

Maar klopt dit nu ook?

A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quizvraag

Werkschema

Slide 30 - Tekstslide

Hoe werkt het werkschema?
  • Pak het werkschema erbij.
  • Bespreken voorbeeld schuine zijde berekenen blz. 20

Slide 31 - Tekstslide

Schuine zijde berekenen

Pak het werkschema erbij

Hoe lang is zijde AC?


Korte zijde= RHZ .........=..........

Korte zijde= RHZ .........=..........

Schuine zijde= SZ ........=.........

Slide 32 - Tekstslide

Stappenplan
  1. wat zijn de rechthoekszijden en wat is de shuine zijde
  2. vul deze in op het werkschema
  3. Zet de gegevens die je hebt in het werkschema
  4. Kwadrateer de zijden die je hebt
  5. Reken uit hoe lang de                                    is
  6. Neem de wortel hiervan
  7. Schrijf op hoelang de schuine zijde is


schuinezijde2

Slide 33 - Tekstslide

Samen oefenen

som 39 blz 22

werkschema

Slide 34 - Tekstslide

Rechthoekszijde uitrekenen
Als je een schuine en een rechthoekszijde weet, kun je dan die andere korte zijde ook uitrekenen?

A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quizvraag

Rechthoekszijde uitrekenen

Als je de lange zijde en een korte zijde weet, dan kun je de andere korte zijde ook uitrekenen.


Hoe?

Iemand een idee?

Slide 36 - Tekstslide

Stappenplan
  1. wat zijn de rechthoekszijden en wat is de schuine zijde
  2. vul deze in op het werkschema
  3. Zet de gegevens die je hebt in het werkschema
  4. Kwadrateer de zijden die je hebt
  5. Reken uit hoe lang de                                            is (min- som)
  6. Neem de wortel hiervan
  7. Schrijf op hoelang de rechthoekszijde is


rechthoekszijde2

Slide 37 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 38 - Tekstslide

samen oefenen som 40 blz. 22
  1. pak je werkschema erbij
  2. vul de zijden in.
  3. Vul de gegevens in die je weet
  4. Reken de onbekende zijde uit
  5. HINT: wanneer er geen letters bij de driehoek staan, dan bedenk je die zelf. Bijv. ABC of KLM of DEF

Slide 39 - Tekstslide

Som 40 blz. 22

Slide 40 - Tekstslide

Nu zelf
som 37 t/m 50

Slide 41 - Tekstslide

Samenvatting

exit ticket: je mag pas weg als je

laat zien met een berekening

 hoe lang zijde KL is.



Slide 42 - Tekstslide

H 5.3 de stelling van Pythagoras

Slide 43 - Tekstslide