3V - H5.3

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Startklaar

Startklaar

Startklaar

- Telefoon weg / jas uit

- Laptop ingelogd op Lessonup

- Huiswerk voor je op tafel

Huiswerk was:

Maak van H5.2 opgave 1, 5, 6, 7 en 8 (blz 80 en verder)

Wat voor soort schakeling
zie je hier?

1. Parallelschakeling
2. Serieschakeling

Wat voor soort schakeling
zie je hier?

1. Parallelschakeling
2. Serieschakeling

Wat voor soort schakeling
zie je hier?

1. Parallelschakeling
2. Serieschakeling

Wat voor soort schakeling
zie je hier?

1. Parallelschakeling
2. Serieschakeling

Welke schakeling heeft
een grotere weerstand?

1. Links
2. Rechts

Wat kun je zeggen over de
stroomsterkte?

1. De stroomsterkte is overal gelijk
2. De stroomsterkte door R1 is groter dan door R2
3. De stroomsterkte door R1 is kleiner dan door R2

Wat kun je zeggen over de
totale stroomsterkte?

1. Is even groot als de stroomsterkte door R1
2. Is even groot als de stroomsterkte door R2
3. Is even groot als de stroomsterkte door R1+R2

Leerdoelen

Je kunt de vervangingsweerstand uitrekenen

Je kunt uitleggen hoe groot de spanning over componenten in een schakeling is

Je kunt uitleggen hoe groot de stroomsterkte door componenten in een schakeling is

De formule           

Je kunt de weerstand berekenen als je de spanning en de stroomsterkte weet

R:  Weerstand in ohm (Ω)

U:  Spanning in volt (V)

I:  Stroomsterkte in ampère (A)

R=​I​​U​​

Stroom "afremmen"

Weerstanden in serie

De stroomsterkte is overal gelijk:

I_tot = I₁ = I₂

De spanning verdeelt zich:

U_tot = U₁ + U₂

Weerstanden parallel

De stroomsterkte verdeelt zich:

I_tot = I₁ + I₂

De spanning is overal gelijk:

U_tot = U₁ = U₂

Wat geldt er voor de
spanning bij een serie-
schakeling?

1. U is overal gelijk
2. U splitst zich op
3. Utot = U1 = U2 = U3
4. Utot = U1 + U2 + U3

Wat geldt er voor de stroom-
sterkte bij een serie-
schakeling?

1. I is overal gelijk
2. I splitst zich op
3. Itot = I1 = I2 = I3
4. Itot = I1 + I2 + I3

Vervangingsweerstand

Hoe groot is de totale weerstand van meerdere weerstand

                                           

Twee weerstanden van 50 Ω zijn in serie geschakeld. Hoe groot is de vervangingsweerstand?

1. 1 Ω
2. 25 Ω
3. 50 Ω
4. 100 Ω

1. 0 V
2. 3 V
3. 6 V
4. 9 V

1. 0 A
2. 3 A
3. 6 A
4. 9 A

Aan de slag

Maak van H5.3 opgave 1, 2, 3, 4 (blz 91 en verder)

Begrippen uit deze les

Serieschakeling

Parallelschakeling

Vervangingsweerstand

Totale stroomsterkte

Begrippen uit deze les

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Volgende les:

Practicum