In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
- ik weet wat een synoniem is
- ik weet wat er met de context bedoeld wordt
- ik kan de context gebruiken om de betekenis van een woord te raden
fiets
duidelijk
praten
helder
spreken
rijwiel
zelfstandig - op zichzelf
chaos - puinhoop
boete - bekeuring
liegen - jokken
schrijver - auteur
'We gingen naar de opticien om een nieuwe bril uit te zoeken. In de brillenwinkel was er veel keuze.'
'De toekomst lacht ons tegemoet.'