Diagnostische toets klas 1 thema 2 en 3

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

DIAGNOSTISCHE TOETS
Thema  2 en 3

Let op: thema 1 heb je al eens geleerd, daar gaat deze diagnostische toets niet over maar die moet je wel leren!

Slide 2 - Tekstslide

Dynamiek
Met dynamiektekens
geef je aan hoe sterk de muziek
moet klinken

Slide 3 - Tekstslide

Welk teken gebruik je als wil dat de muziek steeds zachter klinkt?
A
<
B
pp
C
ff
D
>

Slide 4 - Quizvraag

Zet in de goede volgorde van zacht naar sterk:
A
p pp f ff
B
ff f p pp
C
f ff p pp
D
pp p f ff

Slide 5 - Quizvraag

Hoe spel je correct de Italiaanse term voor zeer zacht?

Slide 6 - Open vraag

Begrip: Ostinato
het steeds herhalen van een motief
(wat is ook al weer een motief?)

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een basso ostinato?
A
Een motief wordt lager nog een keer herhaald
B
Een motief in de baspartij wordt steeds herhaald
C
De bas (mannenzangstem) zingt steeds
D
Een voorbeeld van hoe de bas moet spelen

Slide 8 - Quizvraag

Liedonderdelen
Intro: aan het begin van het lied, vaak nog zonder zang. Geeft tempo en sfeer aan
Couplet: vertelt het verhaal van het lied, elk couplet heeft een andere tekst maar de melodie blijft hetzelfde
Refrein: geeft de boodschap aan van het lied: tekst en muziek zijn steeds hetzelfde
Bridge: ter afwisseling: hele andere tekst en muziek dan de rest van het lied, komt meestal maar 1 of 2x voor
Tussenspel: instrumentaal deel in een lied 
Outro: laatste deel van het lied

Slide 9 - Tekstslide

Welk van onderstaande liedonderdelen moet wel de Bridge zijn? 

1 Je vraagt of ik zin heb in een sigaret
't is 2 uur 's nachts we liggen op bed
in een hotel in een stad waar niemand ons hoort
waar niemand ons kent en niemand ons stoort
Op de vloer ligt een lege fles wijn
en kledingstukken die van jou of mij kunnen zijn
Een schemering de radio zacht 
en deze nacht heeft alles wat ik van een nacht verwacht 

2 Het is een nacht die je normaal alleen in films ziet 
het is een nacht die wordt bezongen in het mooiste lied 
het is een nacht waarvan ik dacht dat ik 'm nooit beleven zou 
maar vannacht beleef ik 'm met jou, oh


https://www.youtube.com/watch?v=BMqZIFVYUXw  

3 ik ben nog wakker en ik staar naar het plafond
en ik denk aan hoe de dag lang geleden begon
en zomaar er vandoor gaan met jou
niet wetend waar de reis eindigen zou
nu lig ik hier in een wild vreemde stad 
en heb net de nacht van mijn leven gehad
maar helaas er kom weer licht door de ramen
hoewel voor ons de wereld vannacht heeft stil gestaan

4 Het is een nacht die je normaal alleen in films ziet 
het is een nachtdie wordt bezongen in het mooiste lied 
het is een nacht waarvan ik dacht dat ik 'm nooit beleven zou 
maar vannacht beleef ik 'm met jou, oh

5 maar een lied blijft slechts bij woorden
een film is in scene gezet
maar deze nacht met jou is levensecht



Het is een nacht

Slide 10 - Tekstslide

Wat is klankkleur?
A
De kleur die je voor je ziet als je het muziekstuk hoort, bv rood
B
Het geluid dat ontstaat als je een bepaalde kleur via de computer hoorbaar maakt
C
de eigen kenmerkende klank van een een instrument of stem
D
De intensiteit van de klank: van bv lichtrood tot donkerrood

Slide 11 - Quizvraag

Je kunt instrumenten indelen in 3 verschillende groepen, aan de hand van hoe hun geluid tot stand komt. Noem alle drie de groepen

Slide 12 - Open vraag

Een trompet hoort bij de groep:
A
snaarinstrumenten
B
blaasinstrumenten
C
slaginstrumenten
D
electronische instrumenten

Slide 13 - Quizvraag

HERHALINGS-
TEKENS

Slide 14 - Tekstslide

Waarom hoort de saxofoon bij de houtblazers terwijl hij van metaal is gemaakt?
A
Vroeger werd hij van hout gemaakt
B
bij het mondstuk hoort een stukje hout waar je op blaast
C
het geluid lijkt op dat van de houtblazers
D
het geluid lijkt nogal houterig

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

In welke volgorde moet je de maten spelen? (klassikaal beantwoorden)

Slide 17 - Tekstslide

Wat gebeurt er als er 2 noten aan elkaar verbonden zijn met een verbindingsboog?
A
je telt de toonduur van de noten bij elkaar op
B
de noten klinken extra sterk omdat er nu 2 staan
C
je speelt deze noten tegelijkertijd
D
de noten klinken hoger

Slide 18 - Quizvraag

Hoe lang duurt de overgebonden noot f?
A
1 tel
B
2 tellen
C
3 tellen
D
4 tellen

Slide 19 - Quizvraag

Hoe lang duurt de overgebonden noot b?

A
1/2 tel
B
1 1/2 tel
C
2 tellen
D
2 1/2 tel

Slide 20 - Quizvraag

Waarom is dit geen verbindingsboog?

A
de boog loopt van de ene maat naar de andere maat
B
je kunt geen twee gelijke ritmenoten (in dit geval 2 kwartnoten) aan elkaar verbinden
C
het boogje is niet netjes getekend
D
hij verbindt 2 noten van verschillende toonhoogte

Slide 21 - Quizvraag

Rusten in de muziek
De kwartrust gaat door alle lijnen heen:                  en duurt even lang als de kwartnoot: 1 tel         

De halve rust staat op de middelste lijn:                  en duurt even lang als de halve noot: 2 tellen       

De hele rust hangt aan de            
2e lijn van boven:                                                                  en duurt even lang als de hele noot:  4 tellen

Slide 22 - Tekstslide

Welke rust maakt de maat vol?

A
de kwartrust
B
de halve rust
C
de hele rust
D
er is geen rust nodig

Slide 23 - Quizvraag

Welke rust maakt de maat vol?

A
de kwartrust
B
de halve rust
C
de hele rust
D
er is geen rust nodig

Slide 24 - Quizvraag

Hoe heet deze noot?
A
c
B
d
C
e
D
f

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet deze noot?
A
e
B
f
C
g
D
a

Slide 26 - Quizvraag

Met welk teken verhoog je een toon?
A
een mol
B
een kruis
C
een hashtag
D
een zwaan

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heet deze noot?
A
gis
B
ges
C
gas
D
gus

Slide 28 - Quizvraag

Hoe heet deze noot?
A
bis
B
des
C
dis
D
bes

Slide 29 - Quizvraag

Had je al genoeg theorievragen goed om voor het theoriedeel een voldoende te halen?
A
Zeker wel!
B
Net aan voldoende
C
Nog net geen voldoende
D
Zeker niet!

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide