In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze week
Examenstof herhalen
Slide 2 - Tekstslide
Een steekproef is representatief als deze aan een aantal eisen voldoet. Welke van onderstaande eisen hoort hier niet bij?
A
De steekproef moet een goede afspiegeling zijn van de populatie.
B
De steekproef moet heterogeen zijn.
C
De steekproef moet aselect getrokken zijn.
D
De steekproef moet voldoende groot zijn.
Slide 3 - Quizvraag
Welk type enquête is het goedkoopst om af te nemen?
A
Face-to-face enquête
B
Schriftelijke enquête
C
Telefonische enquête
D
Digitale enquête
Slide 4 - Quizvraag
De omzet van een onderneming daalt al jaren. Om de oorzaak te achterhalen wordt een groepsdiscussie gehouden met huidige en voormalige klanten. Waarvan is hier sprake?
A
Verklarend onderzoek
B
Beschrijvend onderzoek
C
Verkennend onderzoek
D
Descriptief onderzoek
Slide 5 - Quizvraag
Wat zijn bij marktonderzoek secundaire gegevens?
A
Informatie die al beschikbaar is.
B
Informatie die uit een vervolgonderzoek komt.
C
Informatie die niet direct bruikbaar is.
D
Informatie die onbedoeld uit een onderzoek komt.
Slide 6 - Quizvraag
Uit een steekproef onder 225 huishoudens blijkt dat 10% van de huishoudens een zonnebank heeft. De betrouwbaarheid is 95,4% (Z-waarde = 2). Nederland telt 7.200.000 huishoudens. Hoeveel huishoudens bezitten minimaal een zonnebank?
A
576.000 huishoudens
B
432.000 huishoudens
C
288.000 huishoudens
D
720.000 huishoudens
Slide 7 - Quizvraag
Het verzamelen van cijfers waardoor een onderneming de eigen prestaties kan vergelijken met die van andere bedrijven. Welke vorm van marktonderzoek is hier beschreven?
A
Imago-onderzoek
B
Positioneringsonderzoek
C
Productevaluatie
D
Benchmarking
Slide 8 - Quizvraag
Een groot bestand met mensen die bereid en in staat zijn (tegen vergoeding) om online vragenlijsten in te vullen. Waarvan is hier sprake?
A
Online access panel
B
Online chatsessie
C
Online focusgroep
D
Online communicatie
Slide 9 - Quizvraag
Van 14 studenten werd het aantal behaalde studiepunten vastgesteld. De resultaten zijn: 51, 55, 53, 58, 57, 47, 55, 56, 50, 52, 60, 53, 55, 58. Wat is de mediaan?
A
50
B
53
C
55
D
58
Slide 10 - Quizvraag
Bij welke vorm van kwantitatieve fieldresearch wordt het gedrag van bezoekers van een website gemeten en in een dashboard weergegeven?
A
Social media monitoring
B
Google Analytics
C
Forumanalyse
D
Mobile research
Slide 11 - Quizvraag
Uit een onderzoek van twee jaar geleden blijkt dat 71% van de mensen in de zomer op vakantie gaat. Nu wil men dit onderzoek opnieuw uitvoeren. Hoe groot moet de steekproef zijn bij een betrouwbaarheid van 90% (Z-waarde = 1,65) en een nauwkeurigheidmarge van ± 2,5%?
A
683
B
897
C
1014
D
1355
Slide 12 - Quizvraag
Een producent van zuivelproducten verwacht dat de bekendheid van zijn merk yoghurt 42% is. Om de werkelijke merkbekendheid te achterhalen houdt hij een onderzoek. Hierbij is de gewenste betrouwbaarheid 95,4% (Z-waarde = 2). De zuivelproducent accepteert een nauwkeurigheidsmarge van ± 2%. Uit hoeveel personen moet de steekproef minimaal bestaan?
Slide 13 - Open vraag
Een autofabrikant houdt een klanttevredenheidsonderzoek. Voor de representativiteit is een nettosteekproef nodig van minimaal 140 autodealers. De verwachte response is 42%.
Hoe groot moet de brutosteekproef minimaal zijn?
Slide 14 - Open vraag
Uit een steekproefonderzoek onder 1.480 huishoudens blijkt dat 62% van de huishoudens een magnetron heeft. Wat is de standaardfout van dit onderzoek (afronden op 2 decimalen)?