2D P2 Les 2 Collectieve sector
1 / 23
Lesduur is: 80 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Je hebt € 450 geleend. Over je lening betaal je € 14,40 rente.
Bereken hoeveel procent de rente is van het geleende bedrag. Schrijf je berekening op.
Bereken hoeveel procent de rente is van het geleende bedrag. Schrijf je berekening op.
Slide 5 - Open vraag
deel ÷ geheel × 100
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Sociale voorzieningen hebben twee kenmerken. Deze kenmerken moeten de leerling kunnen benoemen.
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Noem het verschil tussen bedrijven in de particuliere sector en bedrijven in de collectieve sector.
Slide 12 - Open vraag
Bedrijven in de collectieve sector zijn niet uit op winst. Bedrijven in de particuliere sector moeten wel winst maken.
Welke van de onderstaande voorzieningen zijn collectieve voorzieningen?
A
Supermarkt
B
Tankstation
C
Politie
D
Dijk
Slide 13 - Quizvraag
C en D zijn collectieve voorzieningen.
Waarom is dit een collectieve voorziening?
Slide 14 - Open vraag
- Iedereen mag er gebruik van maken.
- Betaald door de overheid.
Theo is al een tijdje met pensioen. Van de overheid krijgt hij een uitkering.
Welke uitkering ontvangt hij?
Welke uitkering ontvangt hij?
Slide 15 - Open vraag
AOW-uitkering.
Veel voorkomende fout: pensioen spaar je zelf voor. Dat is geen uitkering van de overheid.
Amber krijgt een uitkering omdat ze na haar ontslag werkloos is.
Welke uitkering ontvangt zij?
Welke uitkering ontvangt zij?
Slide 16 - Open vraag
WW-uitkering.
Wat zijn sociale premies?
Slide 17 - Open vraag
Deel van het brutoloon dat naar de overheid gaat voor het betalen van uitkeringen.
Wat is het doel van accijns?
Slide 18 - Open vraag
Afremmen van het gebruik van alcohol, brandstof en tabak.
Het is een extra verbruiksbelasting op alcohol, brandstof en tabak. Hierdoor worden de producten duurder en minder aantrekkelijk.
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
