Stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden

Stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les:

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de twee bijvoeglijk naamwoorden in deze zin:
Hij schrijft een mooi gedicht over een houten hart.

Slide 3 - Open vraag

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord:
Hij schrijft een mooi gedicht over een houten hart
A
Hij
B
Mooi
C
Gedicht
D
Houten

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn de twee bijvoeglijk naamwoorden in deze zin:
Hij stopt het papieren gedicht in haar katoenen jas.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord:
Hij stopt het papieren gedicht in haar katoenen jas.
A
Papieren
B
gedicht
C
katoenen
D
jas

Slide 6 - Quizvraag

Verliefd zijn, is net als een wollen trui.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 7 - Open vraag

Gelukkig zijn, is net als een diamanten ring.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 8 - Open vraag

Verzin een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord in deze zin:
Ik heb haar ... pop kapotgemaakt.

Slide 9 - Open vraag

Verzin een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord in deze zin:
De .. arm brak er per ongeluk vanaf.

Slide 10 - Open vraag

Verzin nog een zin met een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Open vraag