Samenvatting blok 1, 2, 3, 4
Redekundig ontleden: persoonsvorm, zinsdelen, werkwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling
Taalkundig ontleden: lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, persoonlijk voornaamwoord, zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord, voorzetsel