LB week 2, seksualiteit, diversiteit

Burgerschap, Diversiteit 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap, Diversiteit 

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent Diversiteit?
A
Variatie
B
Dirigent
C
Verscheidenheid
D
Veelheid

Slide 2 - Quizvraag

Moeilijke woorden
Diversiteit - Variatie

Slide 3 - Tekstslide

Maak eens een zin met divers, diverse of diversiteit

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent sekse?
A
Vrijen
B
Sex
C
Hoe iemand zich voelt
D
Het biologische geslacht

Slide 5 - Quizvraag

Woordenlijst
  • Diversiteit - Variatie
  • Sekse - het biologische geslacht van iemand. Man of vrouw

Slide 6 - Tekstslide

Maak eens een zin met de woorden diversiteit en sekse

Slide 7 - Open vraag

Wat betekent gender?
A
Gember
B
Alles wat gevoelsmatig hoort bij man zijn of vrouw zijn
C
Dat je niet hetero bent
D
Dat je niet weet wat je sexueel wilt

Slide 8 - Quizvraag

Woordenlijst
  • Diversiteit - Variatie
  • Sekse - het biologische geslacht van iemand. Man of vrouw
  • Gender - Het geslacht waarvan iemand voelt dat ie erbij hoort

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Een kus
Zou je dit kunnen?
Waarom wel, waarom niet?
Wat maakt het ongemakkelijk?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Transgender
Trans = de verplaatsing van iets
Transgender = de verplaatsing van het geslacht

Slide 13 - Tekstslide

Transgender
  • Iemand voelt zich man terwijl ze als vrouw is geboren
  • Iemand voelt zich vrouw terwijl hij als man is geboren
  • Kan dus gepaard gaan met een geslachtsoperatie
  • Dat is niet iets dat heel vaak voorkomt
  • Het is van alle tijden, het is er altijd geweest
  • Het was nooit veilig om dat te uiten, nu wordt het langzaam aan geaccepteerd


Slide 14 - Tekstslide

Identificeren
  • Het herkennen of vaststellen dat iemand iets of een bepaalde persoon is
  • Jij kunt iets of iemand identificeren.
  • Bijv. je identificeert iemand als barber/kapper op basis van zijn kenmerken

Slide 15 - Tekstslide

Jezelf identificeren
Je identificeert jezelf ook.
  • Als zoon,als broer  als barber, als vriend, als partner
  • Maar je identificeert jezelf waarschijnlijk ook als man
  • Jouw gender identiteit is dus man

Slide 16 - Tekstslide

Wat betekent bi?
A
bijna
B
twee
C
dubbel

Slide 17 - Quizvraag

(non) Binair
Bi betekent twee
  • De meeste mensen vallen onder de noemer binair. Of man of vrouw.
  • Non-binair betekent dus dat iemand zich niet identificeert als man of vrouw
  • Het kan dus zijn dat iemand zich niet man voelt terwijl hij wel als man is geboren

Slide 18 - Tekstslide

Zoek de definitie op van
Heteroseksualiteit
Homoseksualiteit
Biseksualiteit
Polyamorie
Polygamie

In twee-(of drietallen), schrijf de definitie op het bord




Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Waar staat deze vlag voor?
A
Dat er zonneschijn komt na de regen
B
Dat mensen weten dat hier een homo in de buurt is
C
Dat mensen zich bewust zijn dat er meer is dan alleen heteroseksualiteit
D
Dat er mensen zijn die een andere levenswijze hebben dan de 'normale'

Slide 21 - Quizvraag

Seksueel gedrag
Je kunt niet zomaar doen wat jij wilt.
  • Er bestaan grenzen die bepalen hoever je kunt gaan
  • Grenzen zijn persoonlijk. Iedereen voelt dat anders
  • De wet is ook een grens

Slide 22 - Tekstslide

De wet zegt
  • Iemand strafbaar wegens verkrachting als deze wist dat de ander geen seks wilde en toch heeft doorgezet. 
  • Dwang, geweld en bedreiging zijn hierbij strafverzwarende factoren.
  • Degene die seksueel contact begint, moet alert zijn of de ander hetzelfde wil. 
  • Als dit niet duidelijk is, moet hij die duidelijkheid zoeken.


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Wat betekent 'intimidatie'
A
Intiem zijn
B
Een soort migraine
C
Bang maken

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

Opdrachten uit het boek
blz 195 opdracht 16 (individueel)
blz 196 opdracht 17
blz 198 opdracht 18
blz 199 opdracht 19

Slide 28 - Tekstslide