Grammatica - 1.7 - les 1

Grammatica - H1.7
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica - H1.7

Slide 1 - Tekstslide

Start van de les
  • IPad en/of boek op de hoek van je tafel, gesloten.
  • Tas op de grond.
  • Telefoon en sleutels in je tas


Slide 2 - Tekstslide

Doelen
In deze paragraaf leer je:
• zinsdelen benoemen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat hoort bij zinsdelen benoemen?
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Persoonsvorm

Slide 4 - Quizvraag

Zinsdelen benoemen
Zinsdelen benoem je altijd in een vaste volgorde.
Dit jaar leer je ook het zinsdeel bijwoordelijke bepaling.

Kijk maar naar het voorbeeld.

Slide 5 - Tekstslide

Zinsdelen benoemen
Vanmiddag | heeft | mevrouw Osseforth | ons | de proefwerkcijfers | teruggegeven.
wg = heeft teruggegeven (PV+overige ww in de zin)
o = mevrouw Osseforth
lv = de proefwerkcijfers
mv = ons
bwb = Vanmiddag

Slide 6 - Tekstslide

Stappenplan zinsdelen benoemen

• Zoek als eerste de pv (persoonsvorm) " verander de tijd en kies het juiste werkwoord.
• Zet daarna zinsdeelstrepen " verander de woordvolgorde en bekijk wat bij elkaar hoort.
• Benoem het wg (werkwoordelijk gezegde) " de pv + alle andere werkwoorden in de zin.
• Benoem het o (onderwerp) " vraag wie/wat + wg?
• Benoem het lv (lijdend voorwerp) " vraag wat/wie + wg + o?
• Benoem het mv (meewerkend voorwerp) " vraag aan/voor wie + wg + o + lv?
• Benoem de bwb (bijwoordelijke bepaling) " alle zinsdelen die je nog niet hebt benoemd.

Slide 7 - Tekstslide

Maken
Opdracht 1 t/m 5 in het boek



Als er gewerkt wordt aan de opdrachten is het stil in de klas.

Slide 8 - Tekstslide

Het regent de hele dag.
Wat is de persoonvorm?
A
dag
B
regent
C
het
D
hele

Slide 9 - Quizvraag

Gisteren heeft de storm het verkeer ontregeld.
Wat is de persoonvorm?
A
gisteren
B
storm
C
heeft
D
verkeer

Slide 10 - Quizvraag

Gisteren heeft de storm het verkeer ontregeld.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
gisteren
B
storm
C
heeft ontregeld
D
verkeer

Slide 11 - Quizvraag