De NSB --> de Nationaal-Socialistische Beweging van Anton Mussert (zelfde denkbeelden als Italiaanse fascisten) --> nooit meer dan 8% v/d stemmen
Slide 6 - Tekstslide
Neutraal blijven p.88
Samen lezen:
Colijn hoopte neutraal te blijven
NL regering reageerde daarom niet op Kristallnacht
Joodse vluchtelingen terug naar Duitsland gestuurd
1936 Olympische Spelen in Duitsland --> NL doet gewoon mee, anders niet neutraal.
Joodse bokser Ben Bril weigert
Slide 7 - Tekstslide
Zelfstandig aan het werk
Maak opdracht 9 --> Huiswerk voor volgende week
Klaar:
Samenvatting 3.1 - 3.3
Begrippen/personen/jaartallen leren
Oefenen met vragen op examenblad.nl
Andere opdrachten 3.4
Slide 8 - Tekstslide
Van wanneer tot wanneer loopt het interbellum?
A
1917-1936
B
1919-1936
C
1919-1939
D
1920-1940
Slide 9 - Quizvraag
Welk begrip past bij de volgende omschrijving: samenvoegen van kleine zelfstandige bedrijven tot 1 groot bedrijf
A
Planeconomie
B
Showproces
C
Totalitaire samenleving
D
Collectivisatie
Slide 10 - Quizvraag
Wie zie je op de afbeelding?
A
Stalin
B
Lenin
C
Mussolini
D
Hitler
Slide 11 - Quizvraag
Wat hoort niet per se bij het fascisme?
A
Een sterke leider
B
Geld = goed
C
Antisemitisme
D
Nationalisme
Slide 12 - Quizvraag
Welk begrip past bij de volgende omschrijving: politieke stroming die uitgaat van een sterk leiderschap, nationalisme, militarisme, racisme
A
Communisme
B
Fascisme
C
Nationaalsocialisme
D
Socialisme
Slide 13 - Quizvraag
In welk jaartal werd Hitler rijkskanselier (minister-president) van Duitsland?
A
1923
B
1930
C
1933
D
1935
Slide 14 - Quizvraag
Hitler is via democratische verkiezingen aan de macht gekomen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Hoe heet de politieke partij van Hitler?
A
Nazi's
B
NSDAP
C
NSB
Slide 16 - Quizvraag
Wie was de leider van Nederland tijdens de economische crisis in de jaren '30?
A
Mussert
B
Colijn
C
Stalin
D
Schaepman
Slide 17 - Quizvraag
Welk begrip past bij de volgende omschrijving: economisch beleid van de regering om niet méér geld uit te geven dan dat er aan inkomsten is
A
Aanpassingspolitiek
B
Werkverschaffingsproject
C
Communisme
Slide 18 - Quizvraag
Pauze
Slide 19 - Tekstslide
Alle spullen van tafel, alleen potlood op tafel
Geen iPad, geen papier, geen telefoon.
Slide 20 - Tekstslide
Tips op een rijtje
Lees de vraag goed!
'Doe alsof ik dom ben': je kan beter teveel uitleggen dan te weinig
gebruik nooit 'ze' in je antwoord --> wie zijn 'ze'?
Als er staat: 'doe het zo', doe het dan ook zo. (zie bijv. vraag 14)
Staat er: 'gebruik bron ...' Verwijs dan ook echt naar de bron: 'In bron ... zie je dat ... en daarom...' (zie bijv. vraag 7)
Maak voor jezelf een tijdlijn/ tijdlijst
Meerkeuze vraag? Gok, ook als je het antwoord niet weet
Open vraag? weet je het antwoord niet, probeer dan toch iets op te schrijven, je weet maar nooit
Slide 21 - Tekstslide
Vraag 16
De Duitsers dachten dat ze de beste waren (nationalisme). Zij dachten ook dat zij het beste leger hadden (militarisme). En ze hadden bondgenootschappen met andere landen, dus daarom waren ze zo enthousiast
De Duitsers hadden zin om oorlog te voeren samen met hun bondgenootschappen omdat ze trots op hun land waren (nationalisme). Maar ook op hun leger (militarisme) en daarom er zeker van waren dat ze gingen winnen
Slide 22 - Tekstslide
Oefenen met examenvragen
Examenblad.nl
Slide 23 - Tekstslide
Zelfstandig aan het werk
3.1 - 3.3
Wat kan je doen:
Samenvatting maken
Begrippen/personen/jaartallen leren
Oefenen met vragen op examenblad.nl
Slide 24 - Tekstslide
Huiswerk
Vraag vanavond eens aan je ouders naar je opa en oma
En naar de opa en oma van je ouders
En eventueel nog verder terug
Schrijf wat dingen op: namen, geboorte plaats, werk, opleiding