3e jaar m - 3.3 Geld lenen kost geld + 3.4

Algemeen 

Uitwerking vraag 7 + 8 + 9 (volgt in It's Learning) 

It's Learning samen doorlopen op scherm

As. dinsdag een oefentoets met Rekenopgaven

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Algemeen 

Uitwerking vraag 7 + 8 + 9 (volgt in It's Learning) 

It's Learning samen doorlopen op scherm

As. dinsdag een oefentoets met Rekenopgaven

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

lenen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

mag jij rood staan?
ja
nee

Slide 12 - Poll

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

H3 De bank en jouw geld
3.4 Nog meer bankzaken


Slide 17 - Tekstslide

Doelen vandaag
  • Je kunt uitleggen wat de rol van banken is in ons geldverkeer
  • Je kunt de voor- en nadelen benoemen van beleggen vergeleken met sparen
  • Je kunt uitleggen wat je met de wisselkoers van vreemde valuta kunt omrekenen

NIET: het rekenen met valuta (zit dus niet in de toets!!!)

Slide 18 - Tekstslide

Banken
Bemiddelen tussen vraag en aanbod van geld

Aanbod van geld: huishoudens + bedrijven sparen
Vraag van geld: huishoudens + bedrijven lenen

Renteverschil = winst van de banken

Slide 19 - Tekstslide

Beleggen
Beleggen --> geld in iets steken waarvan je verwacht dat het meer waard wordt. Je kunt bijvoorbeeld beleggen in aandelen van een bedrijf. 

Als het goed gaat met het bedrijf, stijgt de koers van het aandeel. Als er winst wordt gemaakt krijg je vaak ook dividend.

Slide 20 - Tekstslide

Beleggen vs Sparen
Sparen
Beleggen
Zekerheid dat je je inleg terug krijgt
Onzekerheid over terugkrijgen inleg
Vaste rente
Onvoorspelbare winst
Levert altijd op
Kan ook geld kosten
Vaak hoger rendement

Slide 21 - Tekstslide

Valuta
Eurozone: alle landen die met de euro betalen (niet alle Europese landen of EU-landen!!!)

Vreemde valuta: de geldsoort van landen buiten de eurozone

Slide 22 - Tekstslide

Wisselkoers
Voor het omrekenen gebruik je de wisselkoers 

Slide 23 - Tekstslide

Zijn er vragen???

Slide 24 - Tekstslide

Opdrachten 

opdrachten  2, 5, 7, 9, 12 van paragraaf 3.3

opdrachten 5+6 van paragraaf 3.4

inleveren via It's Learning



Slide 25 - Tekstslide