Oncologie en palliatieve zorg

Oncologie en palliatieve zorg
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Oncologie en palliatieve zorg

Slide 1 - Tekstslide

Onderwerpen:
1. Zorgvragers met oncologische aandoeningen
2. Zorgvragers met aandoeningen aan de borst
3. Zorgvragers met aandoeningen aan het hormoonstelsel / geslachtsorganen
4. Zorgvragers met aandoeningen aan het bloed, beenmerg en lyfmesysteem
5. Zorgvragers met pijn
6. Rouwverwerking, palliatieve sedatie en palliatief terminale fase
7. Rouw en verlies in de GHZ

Slide 2 - Tekstslide

Onderwerp 1
Zorgvragers met oncologische aandoeningen.
Leerdoelen: 
  • hoe kankercellen ontstaan en wat de risicofactoren zijn voor het ontstaan van kanker
  • welke ziekteverschijnselen een aanwijzing kunnen zijn van verschillende kankersoorten
  • welke onderzoeksmethoden er zijn om oncologische aandoeningen vast te stellen
  • wat de verschillen zijn tussen benigne- en maligne tumoren en welke benamingen hiervoor zijn
  • wat wordt bedoeld met de TNM-classificatie
  • welke verschillende doelen er kunnen zijn bij de behandeling van tumoren en uitleggen wat hiermee wordt bedoeld
  • welke behandelmethoden van kanker er zijn en hoe elke methode werkt
  • welke bijwerkingen kunnen optreden na een behandelmethode
  • Welke verpleegkundige aandachtspunten en zorg geboden worden bij verschillende behandelingen
  • Je kunt de specifieke verpleegkundige zorg en begeleiding benoemen bij cliënten met kanker in de VVT

Slide 3 - Tekstslide

Wat is oncologie
Oncologie is het deel van de geneeskunde dat kanker bestudeerd en probeert te genezen.​


Aankomende jaren een stijging in prevalentie door vergrijzing​

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel mensen in Nederland
zijn in 2024 gediagnosticeerd
met kanker?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Welke soorten kanker
kennen jullie?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Noem 1 verschil tussen een
benigne cel en maligne cel

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat zijn risicofactoren voor het ontwikkelen van oncologische aandoeningen?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Uitwerking onderzoeken

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Chirurgische therapie
Radiotherapie
Chemo
therapie
Hyperthermie
Cryoablatie
Chemo- en 
radio-embolisatie
Beenmerg-
stamcel
transplantatie
Immuno
therapie
Hormonale
therapie
Tumor wordt met een dikke laag gezond weefsel uit het lichaam gehaald of een geheel orgaan
Kwaadaardige cellen worden vernietigd met radioactieve straling
Cytostatica (celgroeiremmers)​
Groei van de kankercellen wordt belemmert​
Wordt bij slechts enkele vormen ingezet, tumoren die onder invloed staan van de geslachtshormonen​
Warmtetherapie  (40 -43 graden Celsius)​
Bevriezing, kankercellen worden gedood​

Via slagader(lies) chemotherapie of radioactieve deeltjes naar de tumor​
Dichtmaken van het bloedvat die de tumor voorziet van bloed​
Afweersysteem in staat stellen om kankercellen te vernietigen ​
Het ontvangen van eigen of gedoneerde cellen om de weerstand te verbeteren

Slide 27 - Sleepvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Hoe wordt een uitzaaiing
ook wel genoemd?

Slide 31 - Woordweb

Slide 32 - Tekstslide

Binnen de oncologie heb
je de TNM classificatie.
Waar staan deze letters voor?

Slide 33 - Woordweb

Slide 34 - Tekstslide

Complicaties oncologische
behandelingen

Slide 35 - Woordweb