Duurzame Energie: Groen of Grijs?

Duurzame Energie: Groen of Grijs?

Duurzame Energie: Groen of Grijs?

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je het verschil uitleggen tussen groene en grijze energie en ken je verschillende soorten groene energie.

Beschrijf de leerdoelen van deze les aan het begin van de presentatie.

Wat weet je al over duurzame energie?

Wat is duurzame energie?

Energie die opgewekt wordt uit hernieuwbare bronnen, zoals wind, zon, water en biomassa. Het is beter voor het milieu en eindigt niet.

Leg uit wat duurzame energie is en wat de voordelen zijn.

Groene vs. Grijze energie

Groene energie is duurzaam en komt uit hernieuwbare bronnen. Grijze energie komt uit fossiele brandstoffen zoals olie en gas en is niet duurzaam.

Laat de leerlingen weten wat het verschil is tussen groene en grijze energie.

Soorten groene energie

Windenergie, zonne-energie, waterkracht, biomassa en geothermie zijn voorbeelden van groene energiebronnen.

Beschrijf de verschillende soorten groene energiebronnen en hoe ze werken.

Welke groene energiebron maakt gebruik van organisch materiaal?

1. Windenergie
2. Biomassa
3. Waterkracht
4. Zonne-energie

Welke groene energiebron gebruikt warmte uit de aarde?

1. Waterkracht
2. Windenergie
3. Geothermie
4. Zonne-energie

Wat zijn voorbeelden van groene energiebronnen?

1. Windenergie
2. Waterkracht
3. Biomassa
4. Zonne-energie

Windenergie

Windenergie wordt opgewekt door windmolens. De wieken draaien door de wind en genereren energie.

Laat een foto zien van een windmolen en leg uit hoe deze werkt.

Zonne-energie

Zonne-energie wordt opgewekt door zonnepanelen. De panelen vangen zonlicht op en zetten het om in stroom.

Laat een foto zien van zonnepanelen en leg uit hoe deze werken.

Biomassa

Biomassa is organisch materiaal, zoals hout en afval, dat verbrand wordt om energie op te wekken.

Beschrijf wat biomassa is en hoe het gebruikt wordt om energie op te wekken.

Opdracht

Maak een poster waarop je verschillende soorten groene energiebronnen laat zien. Schrijf bij elke bron hoe het werkt.

Geef de leerlingen een opdracht om hun begrip van groene energiebronnen te demonstreren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.