Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
1A 5 maart 2021
Klas 1
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quiz
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Klas 1
Slide 1 - Tekstslide
https:
Slide 2 - Link
Les buts
Aan het einde van deze les kun/weet je...
Of je
grammaire H (bezittelijk voornaamwoord) beheerst
Als je 50% of minder goed hebt, doe je mee met het bespreken
Hoe je opdrachten die hierbij horen kunt aanpakken
Slide 3 - Tekstslide
Samen ex. 29 bespreken
Leg TB grammaire H (bez.vnw.) klaar
Maak zelf in je WB: ex. 30ab, 34
In LessonUp: luisteropdrachten maken/blauwe opdr
Klaar?
Dan ga je leren:
- WRTS ABEFG
- Chapitre 3 helemaal, CH 2 grammaire
- Verbuga
< 50% goed
> 50% goed
Slide 4 - Tekstslide
Corriger ex. 29b
Vraag 1: wat is het zelfstandig naamwoord? (mnl/vrl - ev/mv)
Vraag 2: wat is de vertaling van het bez.vnw.?
(1) Où est
ton
frère?
ton = jouw
(2) Il est dans
sa
chambre.
sa = zijn
(3) Et
tes
parents?
tes = jouw
1. Wat is het znw?
2. Is dit mnl/vrl
3. Is dit ev/mv
Slide 5 - Tekstslide
Corriger ex. 29b
Vraag 1: wat is het zelfstandig naamwoord? (mnl/vrl - ev/mv)
Vraag 2: wat is de vertaling van het bez.vnw.?
(4) Ma mère est dans
sa
chambre.
sa = haar
(5) Et
mon
père, il est dans le garage.
mon = mijn
(6) Il répare
sa
voiture.
sa = zijn
1. Wat is het znw?
2. Is dit mnl/vrl
3. Is dit ev/mv
Slide 6 - Tekstslide
Corriger ex. 29b
Vraag 1: wat is het zelfstandig naamwoord? (mnl/vrl - ev/mv)
Vraag 2: wat is de vertaling van het bez.vnw.?
(7) Moi, je suis dans
notre
jardin.
notre = onze
(8) Et vous, où est votre famille?
votre = jullie / uw
1. Wat is het znw?
2. Is dit mnl/vrl
3. Is dit ev/mv
Slide 7 - Tekstslide
Corriger ex. 29C
(1) Mon / ma oncle habite à Bastogne.
Vertaling =
Mijn oom woont in Bastogne.
Mon
(2) Son / sa maison est grande. Elle est immense.
Vertaling =
Zijn (gaat over de oom) huis is groot. Ze/het is heel groot.
Sa
1. Wat is het znw?
2. Is dit mnl/vrl
3. Is dit ev/mv
Slide 8 - Tekstslide
Corriger ex. 29C
(3) Il aime beaucoup son / sa jardin. Il est beau.
V
ertaling =
Hij houdt veel van zijn tuin. Hij/het is mooi.
Son
(4) Il invite souvent son / ses cousins et sa / ses cousines.
Hij nodigt vaak zijn neven en nichten uit.
ses & ses
1. Wat is het znw?
2. Is dit mnl/vrl
3. Is dit ev/mv
Slide 9 - Tekstslide
Corriger ex. 29C
(5) Ce weekend, nous allions à B. avec notre / nos parents.
V
ertaling =
Dit weekend gingen wij naar B. met onze ouders.
Nos
(6) Et, votre / vos famille? Elle habite aussi à B.?
Vertaling =
En uw / jullie familie? Woont die ook in B.?
votre
1. Wat is het znw?
2. Is dit mnl/vrl
3. Is dit ev/mv
Slide 10 - Tekstslide
Corriger ex. 29C
(7) Notre / nos famille habite à Bombaye.
V
ertaling =
Onze familie woont in Bombaye.
Notre
(8) Leur / leurs village est petit.
Vertaling =
Hun dorp is klein.
Leur
1. Wat is het znw?
2. Is dit mnl/vrl
3. Is dit ev/mv
Slide 11 - Tekstslide
Corriger ex. 29D
Je te présente (1)
ma
famille.
Voici (2)
mes
grands-parents:
(3)
mon
grand-père, et à côté,
c'est (4)
ma
grand-mère,
et la dame là, c'est (5)
ma
tante Louise.
Tu vois (6)
mon
oncle René? Il est sympa.
Les enfants, ce sont (7)
mes
cousins Émile et Christian.
Et le bébé, c'est (8)
ma
cousine Lily.
Slide 12 - Tekstslide
Phrases-clés I
TB blz. 51
Slide 13 - Tekstslide
Oe
Wie
Sleep elk fragment naar de klank die je hoort (ex. 32b)
Slide 14 - Sleepvraag
Zelfstandig werken
- Kijk je hw na (antwoorden staan hiernaast)
- Maak je huiswerk: ex. 30ab, 32b (blauwe slides LU 5/3), 34
Steek je hand op als je hulp nodig hebt
- Oefenen met het bez. vnw. (zie de groene slide in LU 5/3)
Slide 15 - Tekstslide
Oefenen met het bez.vnw.
Paars:
http://www.viviennestringa.com/medias/files/bezvnw.htm
Blauw:
http://www.viviennestringa.com/medias/files/mafamillebezvnw.htm
Slide 16 - Tekstslide
Les devoirs
Maken/leren voor de volgende les
Werkboek:
ex. 30ab, 32b, 34
LessonUp:
Bekijk de uitlegvideo's + maak de opdrachten om grammaire te oefenen
Leren voor de toetsweek:
Chapitre 2:
grammaire C - F - H
C
hapitre 3:
voca ABEFG - phrases-clés DI - grammaire CFH
Leren in WRTS voor vrijdag:
chapitre 2: vocabulaire ABEFG
Programme d'aujourd'hui
Corriger ex. 29
Zelfstandig werken
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
2H6 2 december 2021 Uitleg gr H bezittelijk voornaamwoord
December 2021
- Les met
11 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
10 & 11 maart 2021
Maart 2021
- Les met
13 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
2H1 7 oktober 2021 Uitleg grammaire H deel 1
Oktober 2021
- Les met
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
9 maart 2021 Filmpje ma famille + vragen
Maart 2021
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
2H1 27 oktober 2021
Oktober 2021
- Les met
10 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2H6 30 september 2021 CH3 gr H bez vnw deel 1
September 2021
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2H6 1 oktober 2021 CH3 gr H bez vnw deel 2
September 2021
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
20 mei 2021 Ch5 bijvoeglijk naamwoord
Mei 2021
- Les met
20 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1