Vocabulary p2

Travel
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Travel

Slide 1 - Tekstslide

Vertaal naar het Nederlands:
''Destination''

Slide 2 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands:
''Guide''

Slide 3 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands:
''Tracks''

Slide 4 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands:
''Valid''

Slide 5 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
''veiligheid''

Slide 6 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
''metro''

Slide 7 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
''ingang''

Slide 8 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
''overstappen''

Slide 9 - Open vraag

Feelings and emotions

Slide 10 - Tekstslide

Vertaal naar het Nederlands:
''beautiful''

Slide 11 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands:
''shy''

Slide 12 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands:
''proud''

Slide 13 - Open vraag

Hoe heet deze emotie in het Engels?

Slide 14 - Open vraag

Hoe heet deze emotie in het Engels?

Slide 15 - Open vraag

Hoe heet deze emotie in het Engels?

Slide 16 - Open vraag

voelen
lijken
dragen
to wear
to feel
to seem

Slide 17 - Sleepvraag

Health 

Slide 18 - Tekstslide

Vertaal naar het Engels:
''afspraak''

Slide 19 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
''duizelig''

Slide 20 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
''verschrikkelijk''

Slide 21 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands:
''to cough''

Slide 22 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands:
''toothache''

Slide 23 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands:
''to catch a cold''

Slide 24 - Open vraag

bump
dentist
stomach
ill
to cry
ziek
huilen
bult
tandarts
maag

Slide 25 - Sleepvraag

Food and drink

Slide 26 - Tekstslide

Hoe heet deze groente in het Engels?

Slide 27 - Open vraag

Hoe heet deze groente in het Engels?

Slide 28 - Open vraag

Ontbijt in het Engels?

Slide 29 - Open vraag

Candy =
  Lemon =

Slide 30 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands:
''pepper''

Slide 31 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands:
''unhealthy''

Slide 32 - Open vraag

In American English ''frisdrank'' is called?
A
soft drink
B
soda

Slide 33 - Quizvraag

What is this person doing? (verb)

Slide 34 - Open vraag