Week 29 - Les 2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Qu'est-ce que tu vas faire demain?

Quel temps fait-il aujourd'hui?

Qu'est-ce que tu as fait hier?

Qu'est-ce que tu portes aujourd'hui?

Le planning

• Corriger les devoirs
  
• Faire des phrases - glossaire
• Les adverbes de temps
• Faire des exercices

Les buts d'aujourd'hui

Deze les:

- zinnen maken in de futur/passe composé

- kan je een zin op de juiste volgende zetten in het Frans.

Corriger les devoirs

Corriger ex. 1A+B - LD’E, p. 64

Maak één zinnetje met de woorden achterin - leçon 1, LD'E p. 108

of in de passé composé :  vb: J'ai mangé un sandwich.

of in de futur proche : vb: Je vais manger un sandwich.

Vous avez 3 minutes.

Faire ex. 1+2 - CD'E, p. 72

Activité - mettre des mots dans l'ordre

• groep van 4 met teamnaam en teamcaptain
• Doel: een goede Franse zin vormen door woorden in de juiste volgorde op jullie bordje te zetten
• Het eerste groepje die hem omhoog doet en de zin goed heeft krijgt een punt.

Adverbes de temps - LD'E, p. 69

Gebeurtenissen in de tijd plaatsen

Au travail!

• Faire ex. 4 et 7- CD’E, p. 73 +75
• Apprendre glossaire leçon 2, répéter leçon 1 - LD'E, p. 108