Sondevoeding

1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
SkillsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoe voelen jullie je?

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud les
Leerdoelen
terugblik vorige les (t/m dia 11 gebleven)
Voorkennis Sondevoeding
Maken van een mindmap (t/m hier gebleven)
Theorie
Opdracht -> inleveren vandaag 
Quizvragen
Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan vertellen/benoemen hoe de anatomie en fysiologie van het spijsverteringskanaal eruit ziet
  • Je kan samenvatten wat sondevoeding is
  • Je kan uitleggen wat redenen zijn om een zorgvrager sondevoeding toe te dienen
  • Je kan uitleggen wat voor soorten sondevoedingen er zijn met hun kenmerken

Slide 5 - Tekstslide

De les voor de vakantie hebben we het gehad over stomazorg. Noem 1 ding wat je nog weet over stomazorg...

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Terugblik vorige les stomazorg

Slide 8 - Tekstslide

Wat weet je al over het spijsverteringsstelsel/sondevoeding?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Groepjes van 3-4 personen
            Ieder groepje maakt een mindmap over de anatomie van het spijsverteringsstelsel

Zie e.v.t. Thieme Meulenhoff:
https://edition.thiememeulenhoff.nl/secure/d/stream/traject_3_vth/resource/35c98970-642b-417c-8790-1e2f6707a90b/theory


Duur: 15 min
Hierna klassikaal bespreken
Benodigdheden: A3 formulier en pennen/stiften

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Zoekopdracht groepjes: 3-4 personen (in les)
Vragen verdelen over de groepjes: 

Leg uit wat sondevoeding is?
Waarom wordt sondevoeding gegeven (wat is de reden)?
Welke soorten sondevoeding zijn er?
Welke samenstellingen m.b.t. sondevoeding zijn er?
Welke manieren zijn er om sondevoeding toe te dienen?
Soorten voedingssondes?
Welke sondes bestaan er allemaal?
Diktes en lengte van de sondes?


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Moet je een geopende fles sondevoeding in de koelkast zetten?
A
Ja
B
Nee
C
Mag maar hoeft niet

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Welke soorten sondes ken je?

Slide 26 - Woordweb

Slide 27 - Tekstslide

Maak de verwerkingsopdrachten Module 5 Sondevoeding in Thieme. 
Niet af tijdens de les? Screenshot gemaakte opdrachten inleveren voor 17.00 uur vandaag (bericht naar mij in teams)

Slide 28 - Tekstslide

Maak één quizvraag met bijpassend antwoord

Slide 29 - Tekstslide

Welke functie heeft de alvleesklier?
A
Maken van alvleeskliersap en aanmaak insuline
B
Opslag van vitamine K
C
Productie van gal
D
Transport van voedsel

Slide 30 - Quizvraag

Wat gebeurt er in de dikke darm?
A
Afbraak van eiwitten
B
Opname van water en zouten
C
Productie van insuline
D
Vertering van koolhydraten

Slide 31 - Quizvraag

Waar wordt gal geproduceerd?
A
In de darmen
B
In de lever
C
In de maag
D
In de alvleesklier

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de functie van de slokdarm?
A
Verteren van eiwitten
B
Transporteren van de voedselbrij naar de maag
C
Productie van gal
D
Afbreken van koolhydraten

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een voordeel van kant-en-klare sondevoeding?
A
Kan altijd op kamertemperatuur
B
Hygiënisch en gemakkelijk in gebruik
C
Goedkoop en snel te maken
D
Bevat alleen suiker

Slide 34 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van polymere voeding?
A
Al voorverteerd
B
Snel opneembaar
C
Glutenvrij
D
Bevat onverteerde voedingsstoffen

Slide 35 - Quizvraag

Wat is sondevoeding?
A
Snoepjes voor de keel
B
Dieetvoeding voor sporters
C
Vast voedsel
D
Vloeibare voeding via een sonde

Slide 36 - Quizvraag

Wat is de eerste fase van het slikproces?
A
Mondfase
B
Keelfase
C
Slokdarmfase
D
Voorbereidende fase

Slide 37 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van anorexia nervosa?
A
Laag lichaamsgewicht
B
Verstoord lichaamsbeeld
C
Overmatige eetlust

Slide 38 - Quizvraag

Wat kan een oorzaak zijn voor sondevoeding?
A
Kanker met verminderde eetlust
B
Slikproblemen door neurologische aandoeningen
C
Goede voedselinname

Slide 39 - Quizvraag

Waarom wordt sondevoeding gegeven?
A
Voor gewichtsverlies
B
Als vervanging van normale voeding
C
Bij onvoldoende voedselinname

Slide 40 - Quizvraag

Wat is een voordeel van poedervormige sondevoeding?
A
Is altijd steriel
B
Neem minder ruimte in
C
Geef minder afval
D
Gemakkelijk mee te nemen

Slide 41 - Quizvraag

Welke voedingssonde is geschikt voor langdurig gebruik?
A
Silicone voedingssonde
B
PUR voedingssonde
C
Dunne microsonde
D
PVC voedingssonde

Slide 42 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van een voedingspomp?
A
Geeft een alarmsignaal
B
Werkt op batterijen
C
Is handmatig instelbaar
D
Stelt de druppelsnelheid in

Slide 43 - Quizvraag

Hoeveel sondevoeding krijgt een zorgvrager gemiddeld per portie?
A
1000 ml
B
Maximaal 500 ml
C
50 ml
D
250-300 ml

Slide 44 - Quizvraag

Wat is een manier om sondevoeding toe te dienen?
A
Druppelsgewijs met voedingspomp
B
Met een infuus
C
Per portie via een spuit
D
Via een maagsonde zonder voeding

Slide 45 - Quizvraag

Wat is een PEJ-sonde?
A
Sonde naar de dikke darm
B
Sonde via de neus
C
Sonde voor korte tijd gebruik
D
Sonde naar de dunne darm

Slide 46 - Quizvraag

Hoe wordt een PEG-sonde geplaatst?
A
Met een injectie
B
Via een endoscoop
C
Via een operatie zonder endoscoop
D
Via de mond

Slide 47 - Quizvraag

Wat is een PEG-sonde?
A
Sonde die niet gefixeerd wordt
B
Sonde via de neus in de maag
C
Sonde via de buikwand in de maag
D
Sonde voor korte tijd gebruik

Slide 48 - Quizvraag

Evalueren/afsluiting
Hoe is de les gegaan?

Leerdoelen

Noem 1 ding wat je is bijgebleven

Slide 49 - Tekstslide

Huiswerk: volgende les 
Lezen H2; inbrengen en verwijderen neusmaagsonde







https://edition.thiememeulenhoff.nl/secure/d/stream/traject_3_vth/resource/3bd277b9-ed30-48ba-b5da-1d91538628f0/theory

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide