QUIZ-vragen ter voorbereiding op toets FINA
Noem voorbeelden van variabele kosten
1 / 10
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Noem voorbeelden van variabele kosten
Slide 1 - Woordweb
Kleding, tassen, kapper, cadeautjes, make-up, sieraden, eten, snacks, uitjes, boeken, spellen, gadgets, bloemen, alcohol, boodschappen etc.
Makkelijker om iets te veranderen aan variabel dan aan vaste lasten. Als SW-er kun je met je cliënt kijken naar waar iemand op kan bezuinigen. Het makkelijkst is dat op de variabele kosten.
Meneer Jansen is meer dan 2 jaar ziek en 35% arbeidsongeschikt. Welke uitkering kan hij krijgen?
A
WW
B
WIA
C
WAJONG
D
WLZ
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Onder welke kosten valt een abonnement van de sportschool?
A
Vaste lasten
B
Ongeplande lasten
C
Onvoorziene uitgaven
D
Variabele lasten
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke maatregel wordt aangevraagd als een cliënt handelingsbekwaam is en financiën niet zelf beheert?
A
Curatele
B
Mentorschap
C
Medezeggenschap
D
Bewindvoering
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een persoonlijk budgetplan?
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar vraag je een toeslag aan?
A
DigiD
B
Gemeente
C
Belastingdienst
D
UWV
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Op welke manier wordt iemands telefoonrekening meestal betaald?
A
Met een creditcard
B
Automatische overschrijving
C
Via een incasso
D
Contant
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie keert het kindgebonden budget uit?
A
De IOW
B
De belastingdienst
C
De gemeente
D
Het UWV
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke informatie kun je vinden op het Nibud?
A
Informatie over de hoogte van toeslagen
B
Informatie over schuldhulpverlening
C
Informatie over studeren en werken
D
Informatie over zakgeld, lenen, kleedgeld etc.
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een cliënt wil een foto plaatsen op Social media, wat kan je doen?
A
Zeggen dat het niet verstandig is
B
Cliënt moet zelf weten wat hij plaatst
C
Bespreek de risico's van Social media
D
De cliënt helpen met de tekst
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
