Bladzijde 57, tekst 1 Op welke van de 5w + h vraag geeft de eerste alinea antwoord?
A
Wat, waar
B
Hoe, wanneer
C
Wat, waar, & hoe
D
Wat, waar, wanneer & wie
Slide 7 - Quizvraag
Welke zin in alinea 1 bevat de belangrijkste informatie?
Slide 8 - Open vraag
Antwoord:
Zin 1
Slide 9 - Tekstslide
Op welke vraagt geeft de tweede alinea antwoord?
A
Waarom
B
Hoe
Slide 10 - Quizvraag
Op welke vraagt geeft de derde alinea antwoord?
A
Waarom
B
Hoe
Slide 11 - Quizvraag
Bekijk samen je buurman/buurvrouw wat hij/zij in zijn bouwplan heeft geschreven.
Wat vind je goed?
Wat kan beter?
Noteer de tips en tops in je schrift.
Je verbetert thuis jouw bouwplan aan de hand van de gegeven tips.
Ben je klaar?
http://ichthus1vwo.weebly.com/
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Lesdoel
Je weet wat tekstdoelen zijn
Je weet wat een hoofdgedachte is
Je weet wat er in het slot staat
Je weet wat een anekdote is
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
We gaan nu verder werken met een nieuw artikel.
Slide 16 - Tekstslide
Met welke leesstrategie vind je het onderwerp van een tekst?
A
oriënterend lezen
B
globaal lezen
C
precies lezen
D
zoekend lezen
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het onderwerp van deze tekst?
Tip: Kijk naar de titel, illustraties, tussenkopjes en anders gedrukte woorden. Je leest de eerste alinea. Geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?
Slide 18 - Woordweb
Antwoord:
Het onderwerp is:
Slide 19 - Tekstslide
Wat is de bron van deze tekst?
A
folder
B
tijdschrift
C
internet
D
krant
Slide 20 - Quizvraag
Met welk doel denk je dat de tekst is geschreven?
A
overtuigen
B
informeren
C
amuseren
D
activeren
Slide 21 - Quizvraag
Hoe trekt de schrijver de aandacht in de inleiding van de tekst?
A
Door een anekdote te vertellen.
B
Door de opbouw van de tekst te beschrijven.
C
Door de aanleiding van het schrijven te noemen.
D
Door een korte samenvatting te geven.
Slide 22 - Quizvraag
timer
1:00
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
Tip: kijk in de inleiding of in het slot. Soms vind je de hoofdgedachte letterlijk in de tekst. Geef antwoord op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?
Slide 23 - Woordweb
Antwoord:
De hoofdgedachte is:
Slide 24 - Tekstslide
Wat is een ander woord voor 'zonder na te denken'?
A
opinie
B
afhankelijk
C
verzonnen
D
klakkeloos
Slide 25 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor 'hetzelfde niveau bereiken'?
A
bevestigen
B
bovendien
C
evenaren
D
opinie
Slide 26 - Quizvraag
Wat is een synoniem voor 'omgang tussen individuen'
A
verstandhouding
B
pseudoniem
C
bevindingen
D
de conclusie
Slide 27 - Quizvraag
Zoek in de kern van de tekst naar een opsommend of tegenstellend verband. Citeer deze zin (schrijf de eerste twee en laatste twee woorden van de zin op). Noem ook het signaalwoord dat bij dit tekstverband past. Tip: er zijn al enkele signaalwoorden onderstreept.
Slide 28 - Open vraag
Geef aan wat de deelonderwerpen in deze tekst zijn.
Slide 29 - Woordweb
Lees de hele tekst nauwkeurig
Onderstreep moeilijke woorden!
Ben je klaar? Oefen via Quizlet de woordjes of lees de theorie door voor je toets.
Slide 30 - Tekstslide
Wat ging goed?
Wat kan er de volgende keer beter?
Slide 31 - Tekstslide
We gaan oefenen met begrijpend lezen
Wat ga je doen of wat neem je mee?
Schrijven
Quizlets oefenen (elke dag minimaal 5 min)
Theorie leren (groene stukjes) voor de leestoets (H1, H2, H3 & H5)