voorplanting en seksualiteit

Thema 4
Voortplanting en seksualiteit.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 4
Voortplanting en seksualiteit.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

geslachtskenmerken

Slide 3 - Tekstslide

Welke geslachtskenmerken ken jij al?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

De vrouw
Primaire geslachtskenmerken: 
  • vagina (geslachtsopening)
  • schaamlippen


Secundaire geslachtskenmerken: 
  • borsten
  • bredere heupen
  • rondere lichaamsvorm
  • (schaamhaar)
vulva =

Slide 6 - Tekstslide

De man
Primaire geslachtskenmerken: 
  • penis
  • balzak (scrotum)


Secundaire geslachtskenmerken: 
  • lagere stem
  • baardgroei
  • borsthaar
  • gespierder
  • (schaamhaar)

Slide 7 - Tekstslide

Groeispurt


= een periode van snelle groei. 

Slide 8 - Tekstslide

Geestelijke en sociale veranderingen
Zelfstandiger worden
seksualiteit

Slide 9 - Tekstslide

Herken je al 1 of meerdere van deze dingen?
A
Eigen keuzes willen maken en daardoor sneller ruzie thuis.
B
Je aangetrokken voelen tot een ander. verliefd zijn.
C
Onzeker worden over je lichaam.
D
Ene moment vrolijk en andere moment juist chagrijnig zijn.

Slide 10 - Quizvraag

Aan de slag met basisstof 4.1
  • Lees eerst de tekst uit het tekstboek/lesstof
  • Maak je opdrachten online
  • Maak dan pas de opdrachten (opdr. 1 tm 4)
  • Lees of bekijk de informatie naast de opdracht.
  • Klaar met de opdrachten maak de Test jezelf.

Slide 11 - Tekstslide

Basisstof 4.2 Mannelijk voortplantingsstelsel
Leerdoelen
- Je kunt de voortplantingsorganen van de man benoemen.
- Je kunt van een aantal van deze organen de functie benoemen.
- Je kunt omschrijven wat een erectie is.
- Je weet wat een zaadlozing en wat een orgasme is en waardoor het kan ontstaan bij de man.
- Je kunt de weg van zaadcellen door de verschillende organen te benoemen.
- Je weet wat besnijden is.

Slide 12 - Tekstslide

vervoeren zaadcellen
maken vocht met voedingsstoffen
maakt vocht voor zaadcellen
Sperma en urine verlaten hierdoor het lichaam
zorgen voor stijf worden penis
opslag zaadcellen
zaadcellen maken
opslag urine
gevoelige plek van penis
eikel
teelbal
prostaat
zaadleider
bijbal
zwellichaam
zaadblaasje
urineblaas
urinebuis

Slide 13 - Sleepvraag

Erectie
(een stijve)

Slide 14 - Tekstslide

Zaadlozing
= Sperma komt met schokken uit de penis

Een zaadlozing kan een lekker gevoel geven = orgasme
Een zaadlozing kan plaatsvinden door stimulatie van de eikel tijdens:
  • het bewegen van de penis in de vagina = geslachtsgemeenschap 
  • zelfbevrediging (aftrekken) = mastrubatie 
  • In de slaap  = 'Natte droom'

Slide 15 - Tekstslide

De weg van zaadcellen
zaadblaasjes
sperma
zaadleiders
urinebuis
prostaat

Slide 16 - Sleepvraag

opslag en rijpen eicellen
plaats waar baby in groeit en ontwikkelt
opslag urine
vervoeren eicellen naar baarmoeder
soort tunnel naar baarmoeder
vervoeren urine naar buiten het lichaam
binnenste en buitenste.
binnenste produceren slijm om de vagina opening glad te maken.

gevoeligste deel wat voor genot kan zorgen
baarmoeder
vagina
eierstok
eileider
urineblaas
schaamlip
clitoris
urinebuis

Slide 17 - Sleepvraag

Eicellen
  • vrouwlijke geslachtscel
  • vanaf puberteit tot +/- 50 jaar rijpt er één eicel
  • rond je 50ste wordt de rijping steeds minder = overgang
  • na rijping 'springt' de eicel vanuit naar eileider = eisprong/ovulatie
  • vanuit eileider naar baarmoeder
  • wordt een eicel niet bevrucht sterft hij binnen 1 dag.

Slide 18 - Tekstslide

Baarmoeder
Hierin groeit de embryo uit tot baby.

De wand is bekleed met slijmvlies.
Vanaf de eerste ovulatie zal elke maand een deel van dit slijmvlies loslaten = menstruatie.

De overgang van baarmoeder naar vagina heet de baarmoedermond.

Slide 19 - Tekstslide

Menstruatie

  • 1ste keer gemiddeld 13 jaar
  • 14 dagen na de ovulatie/eisprong
  • Dode eicel verlaat samen met het baarmoederslijmvlies het lichaam = bloedverlies.
  • Bloedverlies kan 2 tot 7 dagen duren.
  • Kan klachten geven zoals: buikpijn, hoofdpijn, stemmingswisselingen.

Slide 20 - Tekstslide

Damesverband e.d.

Slide 21 - Tekstslide

menstruatiecyclus
dag 1      = start menstruatie
dag 14   = ovulatie
cyclusduur = gem. 28 dagen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Androgyn of intersekse =
Een lichaam heeft mannelijke en vrouwelijke geslachtskenmerken.

Waarmee iemand zich identificeert, is per persoon verschillend.

vb: Ryanne van Dorst
bekend als Elle Bandita 

Slide 24 - Tekstslide

Begrippen
Geboorteregeling =
bepalen of je wel of niet een kind wil.
Anticonceptie=
voorkomen dat een vrouw zwanger raakt.
Voorbehoedsmiddelen =
middelen die ervoor zorgen dat een vrouw niet zwanger wordt.



Slide 25 - Tekstslide

Vruchtbare periode
- Menstruatiecyclus (14e dag)
- Eicel 12 tot 24 uur leven
- Zaadcellen 3-4 dagen leven in lichaam van vrouw

Slide 26 - Tekstslide

Betrouwbare voorbehoedsmiddelen

Slide 27 - Tekstslide

minder betrouwbare methoden
periodieke onthouding =
Tijdens de vruchtbare dagen van de vrouw geen geslachtsgemeenschap

'voor het zingen de kerk uit' =
Bij geslachtsgemeenschap de penis vlak voor de zaadlozing terug uit de vagina trekken. 

Slide 28 - Tekstslide

minst betrouwbaar
meest betrouwbaar
anticonceptie pil
nuvaring
periodieke onthouding
condoom
prikpil
hormoonspiraaltje
'voor het zingen de kerk uit'
sterilisatie man

Slide 29 - Sleepvraag

Ongewenst zwanger... en nu?
morning-afterpil






- 1 pil met heel veel hormonen die zorgt dat lichaam het vruchtje en baarmoederslijmvlies afstoot.
- kan tot 72 uur naar geslachtsgemeenschap, hoe eerder des te betere werking.

abortus




- met zuigpompje wordt baarmoederslijmvlies inclusief vruchtje verwijderd.
- kan t/m 23ste week zwangerschap

Slide 30 - Tekstslide

Hormonen zijn stoffen die de werking van organen regelen.
– Worden aangemaakt door hormoonklieren en afgegeven aan het bloed.
A
Hormonen zijn stoffen die de werking van organen regelen. – Worden aangemaakt door hormoonklieren en afgegeven aan het bloed.

Slide 31 - Quizvraag