Sales en onderzoek

• Handel
• MBO
• Studiejaar 2

Sales en onderzoek

Test

1. Welk model gaat over het voeren van een verkoopgesprek?

1. AIDA
2. VOITA
3. MASLOW
4. ANSOFF

2. Met welke vorm van communicatie worden grote groepen mensen bereikt?

1. Intrapersoonlijke communicatie
2. Interpersoonlijke communicatie
3. Groepscommunicatie
4. Massacommunicatie

3. Wat betekent decoderen bij communicatie?

1. Het vertalen van de boodschap door de ontvanger
2. Het verzenden van de boodschap door de ontvanger
3. Het vertalen van de boodschap door de zender
4. Het ontvangen van de boodschap door de ontvanger

4. Bij welke vorm van marketingschakel worden partners ingeschakeld voor promotie?

1. E-mailmarketing
2. Affiliate marketing
3. Appvertising
4. Zoekmachinemarketing

5. Hoe noem je iemand die als verkoper werkt op de salesafdeling van een bedrijf?

1. Buitendienst medewerker
2. Salesmanager
3. Accountmanager
4. Binnendienst medewerker

6. Aan wie geeft een commercieel directeur leiding?

1. Hij geeft leiding aan de afdeling Marketing en verkoop.
2. Hij geeft leiding aan de binnendienstmedewerkers.
3. Hij geeft leiding aan de accountmanagers.
4. Hij geeft leiding aan de buitendienstmedewerkers.

7. Welke afdeling is gespecialiseerd is in het afhandelen van klantcontacten?

1. Customer contact center
2. Afdeling Logistiek
3. Afdeling Verkoop
4. Client showroom

8. Wat is het belangrijkste kenmerk van een productgerichte verkooporganisatie?

1. De klanten staan centraal.
2. De producten staan centraal.
3. Het rayon staat centraal.
4. De verkopers staan centraal.

9. Uit wat voor soort systeem haal je klantgegevens?

1. CMS
2. CPB
3. CBS
4. CRM

10. Bij welke analyse worden A, B en C klanten benoemd?

1. Klantpiramide
2. Customer rating
3. Customer life time value
4. Sellogram

11. Bij welke situatie neem de klant het initiatief voor de verkoop?

1. Receptieve verkoop
2. Persoonlijke verkoop
3. Canvassing
4. Actieve verkoop

12. Met welk begrip wordt het actief bewerken van een bepaald gebied genoemd?

1. Niet-persoonlijke verkoop
2. Intensieve acquisitie
3. Indirecte acquisitie
4. Canvassing

1. Hoe heet communicatie die niet langs vastgestelde lijnen verloopt?

1. Intrapersoonlijke communicatie
2. Interpersoonlijke communicatie
3. Formele communicatie
4. Informele communicatie

2. Hoe heet een verkoopmedewerker die ervoor zorgt dat de schappen van de klanten er netjes en gevuld uitzien?

1. Merchandiser
2. Sales manager
3. Accountmanager
4. Vertegenwoordiger

3. Hoe heet een tussenpersoon die overeenkomsten sluit uit naam van een onbekende opdrachtgever?

1. Jobber
2. Makelaar
3. Commissionair
4. Dealer

4. Hoe heet de mate waarin een onderneming in staat is om klanten vast te houden en te laten kopen?

1. Klantretentie
2. Customer rating
3. Klantpiramide
4. Klantloyaliteit

5. Bij welke verkoopmethode stelt de verkoper veel open vragen om achter de wensen van de klant te komen?

1. Acceptatiemethode
2. Behoeftegerichte verkoopmethode
3. Probleemoplossende verkoopmethode
4. Procesgerichte verkoopmethode

6. Hoe heet in het inkoopproces de DMU-rol van de persoon die met voorstellen komt voor een nieuwe aankoop?

1. Initiator
2. User
3. Influencer
4. Buyer

7. Hoe heet de kennis en opvattingen van consumenten over een bepaald product?

1. Motivatie
2. Perceptie
3. Waarneming
4. Persoonlijkheid

8. Hoe heet het verschijnsel dat sommige consumenten bepaalde verkoopsignalen wel waarnemen en anderen niet?

1. Selectieve perceptie
2. Cognitieve dissonantie
3. Low involvement
4. Benchmarking

9. Hoe heet een herhalingsaankoop in de B2B-markt waar geen wijzigingen in zijn gedaan?

1. New task buying
2. Straight rebuy
3. Second time buying
4. Modified rebuy

10. Hoe heet een standaardkorting waarbij een fabrikant een percentage van de consumentenprijs als korting geeft?

1. Kwantumkorting
2. Relatiekorting
3. Rabatkorting
4. Actiekorting