Les 6
1 / 22
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is de hoofdstad van Nigeria?
A
Abuja
B
Kano
C
Ibadan
D
Lagos
Slide 3 - Quizvraag
Welk continent behoort Nigeria toe?
A
Azië
B
Europa
C
Afrika
D
Noord-Amerika
Slide 4 - Quizvraag
Rond de evenaar is er een tropisch klimaat.
Wat hoort bij een tropisch klimaat
Wat hoort bij een tropisch klimaat
A
Het is er koud en nat
B
Het is er warm en nat
C
Het is er koud en weinig regen
D
Het is er warm en weinig regen
Slide 5 - Quizvraag
Is hier sprake van een tropisch klimaat?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een primaire sector beroep?
A
Bakker
B
Slager
C
Boer
D
Mijnwerker
Slide 7 - Quizvraag
De primaire sector is..?
A
De industrie
B
Dienstensector
C
Landbouwsector
D
Sector voor onderwijs
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de secundaire sector?
A
Industrie
B
Diensten
C
Landbouw
D
Commerciële dienstverlening
Slide 9 - Quizvraag
Iemand die loonbelasting betaald en pensioen opbouwt, werkt in de?
A
Tertaire sector
B
Informele sector
Slide 10 - Quizvraag
Wat zijn beroepen in de tertaire sector?
A
advocaat
B
boer
C
arbeider in de fabriek
D
bankmedewerker
Slide 11 - Quizvraag
Bekijk de klimaatgrafiek. Van welk klimaat zou dit een klimaatgrafiek kunnen zijn?
A
tropisch
B
woestijn
C
landklimaat
D
poolklimaat
Slide 12 - Quizvraag
klimaatgrafiek is van:
A
Nederland
B
Duitsland
C
Suriname
D
Moskou
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent HDI ook alweer?
A
High Development Inquiry
B
Human Development Index
C
Human Development Injustice
D
High Development Institution
Slide 14 - Quizvraag
Hoe dichter de HDI bij 1, hoe...
A
rijker het land
B
armer het land
Slide 15 - Quizvraag
En welk land heeft een hogere HDI?
A
Brazilië
B
Zuid-Korea
Slide 16 - Quizvraag
Op welke indicator is het HDI niet gebaseerd?
A
Voedselvoorziening
B
BNP
C
Analfabetisme
D
Levensverwachting
Slide 17 - Quizvraag
Wat is kwalitatieve honger?
A
Te weinig voedsel (hoeveelheid)
B
Tekort aan voedingsstoffen (niet gevarieerd)
C
Tekort aan zuivel- en vleesproducten
D
Nooit het gevoel van een volle maag hebben
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Kwantitatieve honger is
A
geen gebrek aan kcal
B
vooral tekort aan eiwitten
C
langdurig tekort aan energiebronnen
D
hetzelfde als ondervoeding
