WEBB 4.12 t/m 4.16

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2022-2023
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2022-2023

Slide 1 - Tekstslide

er is veel werkloosheid bij
A
krappe arbeidsmarkt
B
ruime arbeidsmarkt

Slide 2 - Quizvraag

Als je niet werkt, ben je nog niet werkloos. Wanneer ben je wel werkloos?
A
Je bent actief op zoek naar werk.
B
Je hebt geen baan.
C
Je bent tussen de 15 en de pensioenleeftijd.
D
Je voldoet aan alle drie voorwaarden (A+B+C)

Slide 3 - Quizvraag

Leidt de verplaatsing van Nederlandse bedrijven naar China tot conjuncturele of structurele werkloosheid in Nederland? Maak een keuze en verklaar je antwoord.

Slide 4 - Open vraag

Noem de vier soorten werkloosheid

Slide 5 - Open vraag

Conjuncturele werkloosheid

Slide 6 - Tekstslide

Natuurlijke werkloosheid
Niks te maken met op- en neergang van de economie, zal er altijd zijn:

Slide 7 - Tekstslide

Seizoenswerkloosheid

Slide 8 - Tekstslide

Frictie werkloosheid 
Als je net van school komt of net gestopt bent bij je oude baan, kan het een tijdje duren voordat je een geschikte nieuwe baan hebt gevonden. De tussenperiode noemen we Frictie werkloosheid. 

Slide 9 - Tekstslide

Frictie werkloosheid

Slide 10 - Tekstslide

Structurele werkloosheid
Structurele werkloosheid is het gevolg van veranderingen in de aanbodkant van de economie,

bijvoorbeeld:
  • bedrijven maken verouderde producten niet langer
  • robots nemen mensenwerk over
  • bedrijven gaan in lagelonenlanden produceren
  • mensen hebben niet de juiste opleiding voor de vacatures


Structurele werkloosheid is meestal blijvend.





Slide 11 - Tekstslide

Verschillende regio's
Structurele werkloosheid kan ook ontstaan in verschillende regio's.
Er kan namelijk in Groningen een overschot aan politieagenten zijn en in Zuid-Holland een tekort. Zo ontstaat er een soort 'regionale structurele werkloosheid. 

Dit komt vaak bij beroepen voor waarbij iedereen hetzelfde loon heeft. Het is het dan ook niet waard om helemaal naar Zuid-Holland te verhuizen. 

Slide 12 - Tekstslide

Door de coronapandemie stijgt de werkloosheid. Is deze werkloosheid passend bij structurele of conjuncturele werkloosheid?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid

Slide 13 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij structurele werkloosheid?
A
een bedrijf gaat anders produceren
B
de bedrijfscultuur verandert
C
een bedrijf ontslaat zomaar medewerkers
D
er is geen vraag meer naar het product

Slide 14 - Quizvraag

Je was ober en bent door corona ontslagen. Je bent op zoek naar een nieuwe baan.
A
Frictie werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Geen werkloosheid

Slide 15 - Quizvraag

Arbeidsmobiliteit
  • Arbeidsmobiliteit: De mate waarin mensen bereid zijn te veranderen van werkgever, beroep of regio.
  • Is iemand bereid te verhuizen?
  • Hoe eenvoudig is het om mensen om te scholen?
  • Heeft het salaris invloed?



Slide 16 - Tekstslide

Arbeidsmarktbeleid van de overheid
  • het verbeteren van de arbeidsbemiddeling door het UWV-WERKbedrijf. Door arbeidsbemiddeling probeert het UWV-WERKbedrijf de werkgever die personeel zoekt en de werkloze die en baan zoekt bij elkaar te brengen
  • het geven van loonsubsidies waardoor het voor werkgevers aantrekkelijker wordt om werklozen met een lage opleiding in dienst te nemen
  • Het aanbieden of verplicht stellen van scholingstrajecten waardoor de kansen van mensen op een baan wordt vergroot
  • Het flexibiliseren van de arbeidsmarkt

Slide 17 - Tekstslide

Wat heeft de overheid gedaan tijdens de coronapandemie wat betrekking heeft op banen/werkloosheid?
En waarom?

Slide 18 - Tekstslide

Maken tot en met 4.16
Klaar? Nakijken

Slide 19 - Tekstslide