Les 6 _ Een aanrijdingsformulier

p. 72
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

p. 72

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer moet je een ongeval aangeven? Geef voorbeelden!

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wie maakte al een ongeval mee?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten ongevallen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een ongeval dat zich voordoet tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of op de weg van of naar het werk.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer je abnormale schade ondervindt bij een medische behandeling, een hospitalisatie of een medisch onderzoek.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ongeval dat zich voordoet op school of de jeugdbeweging of op weg van of naar deze instellingen.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ongeval dat gebeurt tijdens het deelnemen van sportactiviteiten die gelinkt zijn aan een sportclub.

Slide 9 - Open vraag

Afhankelijk daarvan gaat het sportongeval al dan niet eigenlijk over een arbeidsongeval.
Je bent beroepssporter
Als professionele sporter word je betaald en heb je dus een arbeidsovereenkomst. Je werkgever (sportclub) is verplicht een arbeidsongevallenverzekering af te sluiten. Het ongeval wordt beschouwd als een arbeidsongeval.
Je bent geen beroepssporter
Je wordt niet betaald of krijgt alleen een onkostenvergoeding voor je sport? Meestal heeft je sportclub een verzekering die je persoonlijk deel van de medische kosten terugbetaalt, nadat CM voor de (gedeeltelijke) terugbetaling heeft gezorgd.
Een ongeval zonder verantwoordelijke derde. Er is niemand anders verantwoordelijk voor het ongeval.

Slide 10 - Open vraag

Bij een privé-ongeval zijn er twee mogelijkheden:
ofwel ben je zelf verantwoordelijk;
ofwel is iemand anders verantwoordelijk voor het ongeval.

Als er geen verantwoordelijke derde is, is niemand anders verantwoordelijk voor het ongeval.
Voorbeelden van zo'n ongeval zijn: thuis van de trap vallen, je voet verzwikken tijdens een wandeling. 
Een ongeval waarbij een voertuig betrokken is.

Slide 11 - Open vraag

Bij een privé-ongeval zijn er twee mogelijkheden:
ofwel ben je zelf verantwoordelijk;
ofwel is iemand anders verantwoordelijk voor het ongeval.

Als er geen verantwoordelijke derde is, is niemand anders verantwoordelijk voor het ongeval.
Voorbeelden van zo'n ongeval zijn: thuis van de trap vallen, je voet verzwikken tijdens een wandeling. 
Verkeersongevallen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als zwakke weggebruiker word je altijd vergoed, zelfs als je bewust een ongeval veroorzaakt.
A
Juist
B
Fout

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een ongeval tussen twee gemotoriseerde voertuigen, wordt de schade vergoed door de verzekeraar van de bestuurder die in fout is.
A
Juist
B
Fout

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als voetganger wordt jouw lichamelijke schade enkel vergoed als de bestuurder van het voertuig in fout is.
A
Juist
B
Fout

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De autoverzekeraar van de bestuurder vergoedt de passagier bij een ongeval, ongeacht wie schuldig is.
A
Juist
B
Fout

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een ongeval tussen een fietser en een auto, wordt de fietser alleen vergoed als hij geen schuld had.
A
Juist
B
Fout

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

BW Aanrijdingsformulier - grafieken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Do's and don'ts bij aanrijdingsformulier
p. 74

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rood - oranje - groen
  • Blikschade
  • Gevarendriehoek
  • Blokkeren
  • Groene kaart
  • Kop-staart-aanrijding
  • Getuige
  • Schets


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oef 2. Bekijk het fragment en geef aan of de stellingen juist of fout zijn.
p. 75-76

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies