Les 2 | Maatschappij dat zijn wij
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat denk jij dat prinsjesdag is?
Slide 4 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waar rijdt de Koning in op Prinsjesdag?
A
Paard
B
Limousine
C
Glazen Koets
D
Paard
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de rol van de Koning op Prinsjesdag?
A
Hij serveert koffie en thee aan de Kamerleden.
B
Hij organiseert een modeshow met de hoeden van de aanwezige politici
C
Hij speelt muziek op de trompet tijdens de intocht.
D
De leest de Troonrede voor.
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat staat er in de Troonrede?
A
Hier staat in hoeveel geld de overheid wil besteden komend jaar.
B
Hier staat in wat de plannen zijn van komend jaar.
C
Hier staat de nieuwste modecollectie in van de koninklijke familie.
D
Hier staat een persoonlijk boodschap in van de Koning.
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Uitleg betekenis: Een waarde is iets wat een persoon of een groep belangrijk vindt in het leven.
Wordt vaak in 1 woorde beschreven: privacy, eerlijkheid, respect,
Waarden leiden tot specifieke normen (gedragsregels)
Slide 12 - Tekstslide
Normaal betekent letterlijk: ‘volgens de norm’. Maar wat is dan dé norm? Die is er niet.
Een norm is een idee over wat normaal is of een regel over hoe je je moet gedragen.
Een norm is een idee over wat normaal is of een regel over hoe je je moet gedragen.
Norm zijn dus concrete ongeschreven gedragsregels.
Staat het wel geschreven dan is het een 'wettelijke norm'. Die regels staan dus in de wet geschreven.
Normen zijn niet overal en altijd hetzelfde. Ze verschillen per cultuur en per groep. Er zijn culturen waarin je in het bijzijn van anderen je cadeautje niet open mag maken, of waar mannen geen hand aan getrouwde vrouwen geven, in de Marokkaanse cultuur groeten met 4 zoenen.
Kortom: wat jij ‘normaal’ vindt, is niet voor iedereen normaal.
Wat zijn waarden?
A
Waarden zijn principes die belangrijk zijn in het leven.
B
Waarden zijn gevoelens die je hebt voor andere mensen.
C
Waarden zijn de dingen die je kunt kopen in een winkel.
D
Waarden zijn de regels die je moet volgen in een spel.
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat betekent een norm?
A
Een economische strategie
B
Een religieus voorschrift
C
Een gedragsregel
D
Een politieke ideologie
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een voorbeeld van een norm?
A
In de rij staan
B
Altijd je handen wassen
C
Elke dag sporten
D
Niet liegen
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Kunnen waarden veranderen?
A
Ja, waarden kunnen veranderen over tijd en situaties.
B
Nee, waarden blijven altijd hetzelfde.
C
Waarden veranderen alleen bij kinderen.
D
Alleen sommige waarden kunnen veranderen.
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom zijn waarden belangrijk?
A
Waarden hebben geen invloed op ons leven.
B
Waarden zijn alleen belangrijk voor ouderen.
C
Waarden bepalen alleen wat we eten.
D
Waarden helpen bij het vormen van onze identiteit en bepalen ons gedrag.
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe worden normen en waarden vaak doorgegeven?
A
Via boeken
B
Via opvoeding
C
Via televisie
D
Door voorbeeldgedrag
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Leg uit wat normen en waarden zijn
Slide 20 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
