Herhalingsles WOI+interbellum

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Sleep de punaise naar het kaartje over de 
Eerste Wereldoorlog.

Slide 2 - Sleepvraag

Zet de gebeurtenis bij het juiste jaartal:
1914
1917
1918
1919
Rusland sluit wapenstilstand met Duitsland.
Het Verdrag van Versailles wordt getekend.
De Eerste Wereldoorlog is voorbij.
De Eerste Wereldoorlog breekt uit.

Slide 3 - Sleepvraag

Wat was het ''Von Schlieffenplan"?

A
Tweefrontenoorlog voorkomen door BE/FA eerst aan te vallen.
B
Tweefrontenoorlog veroorzaken door FA en RUS tegelijk aan te vallen.
C
Tweefrontenoorlog voorkomen door eerst RUS aan te vallen.
D
Noord, zuid, oost, west-front aanvallen: vierfrontenoorlog.

Slide 4 - Quizvraag

Tijdens de Eerste Wereldoorlog vochten de Centralen en de Geallieerden tegen elkaar.

Welke landen hoorden toen bij welk bondgenootschap?

Sleep de bondgenoten naar de juiste plek.

Geallieerden
Geallieerden
Geallieerden
Centralen
Centralen
Centralen

Slide 5 - Sleepvraag

➤Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde van vroeger naar later.
De oorlog is voorbij: 
op 11 november 1918
Kroonprins Frans-Ferdinand wordt vermoord door Gavrilo Princip.
Rusland sluit een wapenstilstand met Duitsland.
De Verenigde Staten gaan meedoen met de oorlog.
De Eerste Wereldoorlog begint.

Slide 6 - Sleepvraag

De tank werd tijdens de Eerste Wereldoorlog voor het eerst als wapen ingezet. Voor welke wapens geldt hetzelfde?
A
de atoombom, de auto, de duikboot
B
het vliegtuig, de auto, de duikboot
C
het gifgas, het vliegtuig, de duikboot
D
de atoombom, het gifgas, de duikboot

Slide 7 - Quizvraag

Uit welk land kwam de moordenaar van Frans Ferdinand?
A
Bosnië
B
Servië
C
Roemenië
D
Kroatië

Slide 8 - Quizvraag

Deze gebeurtenis is
A
Een indirecte oorzaak van WO I
B
Een gevolg van WO I
C
De aanleiding van WO I
D
Een directe oorzaak van WO I

Slide 9 - Quizvraag

Frans Ferdinand was kroonprins van?
A
Duitsland
B
Oostenrijk-Hongarije
C
Italië
D
Pruissen

Slide 10 - Quizvraag

Wie werd hier vermoord?
A
Frans Willem
B
Frans Ferdinand
C
Frans Jozef
D
Frans II

Slide 11 - Quizvraag

Waar horen de blauwe gebieden bij?
A
Centralen
B
Geallieerden
C
neutralen
D
Nationalen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het Interbellum?
A
Periode na de 1e wereldoorlog.
B
Andere benaming van de Roaring Twenties
C
De tijd tussen de 2 wereldoorlogen
D
Periode na de 2e wereldoorlog

Slide 13 - Quizvraag

Sleep de stukjes tekst naar het juiste begrip
timer
2:00
Nationaalsocialisme
Rassenleer
Antisemitisme
Duitsland is het beste land dat er bestaat.
Joden zijn de reden dat wij het slecht hebben.
Arische mensen zijn superieur. 
We hebben een sterke leider nodig.
Een Rus is een untermensch
Jodenhaat
Geweld gebruiken is oke.
Geen gevaarlijke mensen
Wel gevaarlijke mensen

Slide 14 - Sleepvraag

Maak de juiste combinaties
het idee dat je eigen ‘ras’ (soort) beter is dan andere ‘rassen’.
manier van denken van mensen die het leger heel erg belangrijk vinden

Zeer nationalistische, anti democratische, totalitaire en gaat uit van ongelijkheid:  politieke beweging
Fascisme
militairisme
racisme
nationaalsocialisme

Slide 15 - Sleepvraag

Welke beschrijving hoort bij welk begrip?
Koelak
Fascisme
Nazi
il Duce
Stalinisme
Nationaalsocialisme

De leider
Variant van het communisme; met extreme onderdrukking en verering van een politiek leider

Scheldwoord voor 'uitbuiter'

Afkorting van nationaalsocialist
Antidemocratische, gewelddadige, extreem nationalistische en totalitaire politieke beweging
Antidemocratische, totalitaire, gewelddadige, extreem nationalistische en racistische politieke beweging

Slide 16 - Sleepvraag

Wat is hyperinflatie
A
geld wordt heel snel meer waard
B
geld wordt heel snel minder waard
C
mensen willen graag oorlog voeren
D
het kabinet van Duitsland overlegt

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de aanpassingspolitiek van Colijn?
A
Uitgaven verhogen inkomsten verlagen
B
economie aanpassen aan Nazi-Duitsland
C
Uitgaven aanpassen aan dalende inkomsten
D
Uitkeringen verhogen, inkomsten verlagen

Slide 18 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van het nationaalsocialisme?
A
Antisemitisme
B
Verheerlijking geweld
C
Tegen democratie
D
Tegen nationalisme

Slide 19 - Quizvraag

Het communisme wil...
A
Een sterke leider, aan wie iedereen gehoorzaam is.
B
Gelijke verdeling van bezit en macht.
C
Democratie
D
De mogelijkheid om winst te maken en rijk te worden

Slide 20 - Quizvraag

1919
1923
1924
1929
1933
Beurskrach
Rijksdagbrand
Hyperinflatie
Dawesplan
Verdrag van Versailles
Hitler is dictator

Slide 21 - Sleepvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide