voegwoorden

Samengestelde zinnen schrijven


Voegwoorden
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Introductie

Les over zinnen en zinsstructuur.

Onderdelen in deze les

Samengestelde zinnen schrijven


Voegwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Enkelvoudige zin

  • Zin met één persoonsvorm
Samengestelde zin

  • Zin met twee of meer persoonsvormen

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld enkelvoudige zin
  • Het wordt slecht weer vandaag.
  • Ik ga vandaag naar de Action.
  • Hij kijkt veel naar Star Wars.

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld samengestelde zin
  • Het wordt vandaag mooi weer en we gaan lekker naar het strand. 
  • Hij kijkt veel naar Star Wars en schrijft daar over op zijn website.

Slide 4 - Tekstslide

Samengestelde zin
  • Bestaat uit twee of meer zinnen.
  • Is gekoppeld door middel van een voegwoord
  • Voegwoord kan ook gebruikt worden bij een opsomming

Benthe en Daan fietsen samen naar huis, omdat ze in dezelfde straat wonen.

Slide 5 - Tekstslide

Voegwoorden
  • Voegwoorden zijn een soort cement.
  • Je kunt met voegwoorden zinnen of woorden aan elkaar plakken.

Slide 6 - Tekstslide

Nevenschikkende voegwoorden:

  • en
  • maar
  • want
  • of
  • dan (wel)
  • dus
Onderschikkende voegwoorden:
  • dat
  • voordat
  • nadat
  • tot
  • terwijl
  • als
  • toen
  • omdat
  • doordat
  • zodat

Slide 7 - Tekstslide

Maken: Opdracht 1 t/m 4

Slide 8 - Tekstslide

Woordenschat
Maken:

Opdracht 1 t/m 4

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide