Letterformules

1. Reken uit :

Bereken 6b + 10
voor b = 5
A
40
B
21
C
65
D
20
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1. Reken uit :

Bereken 6b + 10
voor b = 5
A
40
B
21
C
65
D
20

Slide 1 - Quizvraag

1. Reken uit :

Bereken a + 20
voor a = -4
A
24
B
5
C
80
D
16

Slide 2 - Quizvraag

3. Reken uit :

Bereken 12c + 4
voor c = -2
A
28
B
-20
C
-6
D
-28

Slide 3 - Quizvraag

Bereken 2a voor a = 7

Slide 4 - Open vraag

Noem de letter van een punt
dat geen roosterpunt is

Slide 5 - Open vraag

Wat zijn hier de vaste kosten?
A
bedrag in €
B
21
C
7,50
D
aantal dagen

Slide 6 - Quizvraag

De woordformule is...
A
Bedrag = 15 + 2,5 x aantal attracties
B
Bedrag = 2,50 + 15 x aantal attracties

Slide 7 - Quizvraag

Maak van deze woordformule een letterformule.

afstand = 10 + 6 x tijd
A
t = 10 + 6 x a
B
10 + 6 x 5 = 40
C
a = 10 + 6 x t
D
16 x t = a

Slide 8 - Quizvraag

Woordformule
verdiensten in euro's = 5,50 + 0,75 x aantal kg
Hoeveel verdien je bij 10 kg?

A
7,50 euro
B
5,50 euro
C
13,00 euro
D
2 euro

Slide 9 - Quizvraag

Bij Filmoké kun je films huren.
Het lidmaatschap kost €6,- per maand.
Leden betalen per film € 3,50.
Welke letterformule hoort hierbij?
A
B = 6 + 3,5f
B
B = 3,5 + 6f
C
D
Ik heb geen idee

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel roosterpunten zitten er in dit figuur?

Slide 12 - Open vraag